Koptekst overslaan
Help
 

Wireless LAN-interfacekaart installeren

Belangrijk

  • Voordat u de gigabit-ethernetkaart aanraakt, dient u zichzelf te aarden aan iets van metaal om u vrij te maken van mogelijke statische elektriciteit. Statische elektriciteit kan de eenheid beschadigen.

  • Stel de eenheid niet bloot aan fysieke schokken.

1Controleer de inhoud van het pakket.

Illustratie Wireless LAN-interfacekaart

2Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.

3Verwijder de twee schroeven en de afdekking van de sleuf waarin de wireless LAN-interfacekaart is geïnstalleerd.

Illustratie achterzijde van de printer

4Duw de Wireless LAN-interfacekaart volledig op zijn plaats.

Illustratie achterzijde van de printer

5Draai de twee schroeven vast om de interfacekaart vast te zetten.

Controleer of de Wireless LAN-interfacekaart goed op de sleuf van de interfacekaart is aangesloten.

Illustratie achterzijde van de printer

Opmerking

  • Bevestig dat de interfacekaart correct is geïnstalleerd door de configuratiepagina af te drukken. Als deze correct is geïnstalleerd, zal 'Wireless LAN' verschijnen voor bij 'Apparaatverbinding' op de configuratiepagina.

  • Als de kaart niet juist geplaatst is, herhaalt u de procedure vanaf stap 3. Als de kaart zelfs na een nieuwe poging niet kan worden geplaatst, neemt u contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

  • Voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina, zie Testafdrukken.

  • Voordat u de Wireless LAN-interfacekaart gaat gebruiken, moet u de instellingen configureren vanaf het printerbedieningspaneel. Voor meer informatie, zie Wireless LAN configureren.