![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Deze sectie beschrijft de procedure voor het inloggen op het apparaat wanneer Basisverificatie, Windows verificatie, LDAP verificatie of Integratieserver verificatie ingesteld is.
Druk op [Log-in].
Voer een Log-in gebruikersnaam in en druk dan op [OK].
Voer een Log-in wachtwoord in en druk dan op [OK].
Wanneer de gebruiker is geverifieerd, wordt het scherm weergegeven voor de functie die u gebruikt.
Indien de verificatie mislukt, verschijnt het bericht "Verificatie is mislukt.". Controleer of de Log-in gebruikersnaam en het Log-in wachtwoord correct zijn.