Dit gedeelte beschrijft de gebruikersinstellingen in het menu Bestandsoverdracht onder Systeeminstellingen.
SMTP Server
Geef de SMTP-servernaam op.
Als DNS wordt gebruikt, voer dan de hostnaam in.
Als DNS niet wordt gebruikt, voer dan het IPv4-adres van de SMTP-server in.
Standaardinstelling van "Poortnr.": [25]
Voer de servernaam in met maximaal 127 tekens. Spaties mogen niet worden ingevoerd.
Voer een poortnummer tussen 1 en 65535 in met de cijfertoetsen en druk daarna op de knop [
].
SMTP Verificatie
Geef de SMTP-verificatie op (PLAIN, LOGIN, CRAM-MD5, DIGEST-MD5). Als u e-mail naar een SMTP-server stuurt, kunt u het beveiligingsniveau van de SMTP-server verhogen door verificatie te gebruiken waarbij de gebruikersnaam en het wachtwoord moeten worden opgegeven.
Als de SMTP-server verificatie vereist, stel dan [SMTP Verificatie] in op [Aan] en geef vervolgens de gebruikersnaam, het wachtwoord en de codering op.
Standaard: [Uit]
Gebruikersnaam
Voer de gebruikersnaam in met maximaal 191 tekens.
Spaties mogen niet worden ingevoerd. Afhankelijk van het SMTP-servertype, moet "domein" worden opgegeven. Voeg "@" toe achter de gebruikersnaam, zoals in "gebruikersnaam@domein".
E-mailadres
Voer een e-mailadres in met maximaal 128 tekens.
Wachtwoord
Voer het wachtwoord in met maximaal 128 tekens.
Spaties mogen niet worden ingevoerd.
Codering
Selecteer Codering als volgt:
[Autom.]
Maak gebruik van deze instelling als de verificatiemethode PLAIN, LOGIN, CRAM-MD5 of DIGEST-MD5 is.
[Aan]
Gebruiken als de verificatiemethode CRAMMD5 of DIGEST-MD5 is.
[Uit]
Maak gebruik van deze instelling als de verificatiemethode PLAIN of LOGIN is.
POP voor SMTP
Geef POP-verificatie op (POP voor SMTP).
Wanneer u e-mail verzendt naar een SMTP-server, kunt u het beveiligingsniveau van de SMTP-server verhogen door verbinding te maken met de POP-server t.b.v. verificatie.
Standaard: [Uit]
Als u POP voor SMTP instelt op [Aan], geef dan de wachttijd op na verificatie, de gebruikersnaam, het e-mailadres en het wachtwoord.
Wachttd na verif.
Standaardinstelling: [300 msec.]
Geef [Wachttd na verif.] op van nul tot 10.000 milliseconden, in stappen van een milliseconde.
Gebruikersnaam
Voer de gebruikersnaam in met maximaal 191 tekens. Spaties mogen niet worden ingevoerd.
E-mailadres
Voer een e-mailadres in met maximaal 128 tekens. Spaties mogen niet worden ingevoerd.
Wachtwoord
Voer het wachtwoord in met maximaal 128 tekens. Spaties mogen niet worden ingevoerd.
Om POP-serververificatie mogelijk te maken, voordat de e-mail naar de SMTP-server wordt gestuurd, stelt u [POP voor SMTP] in op [Aan]. E-mail wordt verzonden naar de SMTP-server nadat de tijd die is ingesteld voor [Wachttd na verif.] is verstreken.
Als u [Aan] selecteert, voer dan de servernaam in in de POP3/IMAP4-instellingen. Controleer tevens het POP3-poortnummer bij E-mail communicatiepoort.
Ontvangstprotocol
Geef het ontvangstprotocol op voor het ontvangen van e-mailberichten.
Standaardinstelling: [POP3]
POP3/IMAP4 Instellingen
Specificeer de POP3/IMAP4-servernaam voor het ontvangen van e-mail.
De opgegeven POP3/IMAP4-servernaam wordt gebruikt voor [POP voor SMTP].
Servernaam
Als DNS wordt gebruikt, voer dan de hostnaam in.
Als DNS niet wordt gebruikt, voer dan het POP3/IMAP4-adres of IPv4-serveradres in.
Voer de POP3/IMAP4-servernaam in met maximaal 127 tekens. Spaties mogen niet worden ingevoerd.
Codering
Standaard: [Auto]
Selecteer Codering als volgt:
[Autom.]
Wachtwoordcodering wordt automatisch ingesteld volgens de POP/IMAP-serverinstellingen.
[Aan]
Wachtwoord coderen.
[Uit]
Wachtwoord niet coderen.
E-mailadres beheerder
Geef het e-mailadres van de beheerder op.
Voer maximaal 128 tekens in.
E-mail communicatiepoort
Specificeert de poortnummers voor het ontvangen van e-mail. Het opgegeven POP3-poortnummer wordt gebruikt voor [POP voor SMTP].
Standaardinstelling voor "POP3": [110]
Standaardinstelling voor "IMAP4": [143]
Voer een poortnummer in tussen 1 en 65535 met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de knop [
].
E-mail ontvangstinterval
Specificeert de tijdslimiet in minuten voor de ontvangst van e-mail via de POP3- of IMAP4-server.
Standaardinstelling: [Aan], [15 minuten]
Als [Aan] is geselecteerd, kan het tijdsinterval worden ingesteld van 2 tot 1440 minuten in stappen van één minuut.
E-mailopslag in server
Specificeert of ontvangen e-mailberichten al dan niet moeten worden opgeslagen op de POP3- of IMAP4-server.
Standaard: [Uit]
![]()
Voor meer informatie over toegang tot de Systeeminstellingen raadpleegt u Gebruikersinstellingen openen
.