![]() ![]() | ![]() | ||
![]()
|
![]()
Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering.
Als u voor de eerste keer papier plaatst in de papierlade of als u het papierformaat of de papiersoort in de papierlade wijzigt, zorg dan ook voor de juiste papierinstellingen in Instell. papierlade. Raadpleeg de Handleiding Papierinstellingen voor meer informatie over Instell. Papierlade.
Er kunnen papierstoringen optreden en het papier kan verkeerd worden ingevoerd wanneer u op dikke glanzende vellen afdrukt. Als u dergelijke problemen wilt voorkomen, moet u ervoor zorgen dat glanzende vellen grondig worden uitgewaaierd voordat u ze plaatst. Als vellen ook na ze grondig te hebben uitgewaaierd, blijven vastlopen of tegelijk worden ingevoerd, plaatst u ze een voor een in de brede LCT-lade.
Wanneer u papier plaatst, stel dan de richting van het papier in volgens de korrelstructuur van het papier aan de hand van onderstaande tabel:
Richting van de papierkorrel |
Lade 1 |
A3/11 × 17 lade-eenheid, lade 2 of de brede LCT |
Multihandinvoerlade |
|---|---|---|---|
|
|
|
|
|
Niet aanbevolen |
|
|
![]()
Als papier wordt geplaatst zoals eerder is beschreven, kan het zijn dat - afhankelijk van het type papier - de normale bewerkingen niet kunnen worden uitgevoerd en dat de afdrukkwaliteit niet goed is.
Afdrukken kunnen duidelijk zijn omgekruld. Strijk afdrukken glad als ze zijn gevouwen of omgekruld. Voor meer informatie over de instellingen voor het gladstrijken van gekruld papier, kunt u de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen raadplegen.
Waaier het papier los voordat u het plaatst.
Maak omgekruld of gevouwen papier recht voordat u het plaatst.
Voor meer informatie over papierformaten en papiersoorten, raadpleegt u Aanbevolen papierformaten en -soorten.
Verwante onderwerpen
Papier in lade 1 (tandemlade) plaatsen