![]() ![]() | ![]() | ||
In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u afdrukt op beide zijden van het papier met het printerstuurprogramma.
![]()
Dubbelzijdig afdrukken is niet mogelijk als een van onderstaande papiertypes opgegeven zijn. Als u dubbelzijdig afdrukken wilt gebruiken, dient u een ander papiertype te selecteren dan de types die hieronder opgesomd worden.
Papier in de handinvoer geplaatst
Dik papier, OHP (transparant), etiketten
Papier van aangepast formaat
Voor het PCL 6-printerstuurprogramma:
Nadat u een document hebt aangemaakt, opent u het dialoogvenster Afdrukvoorkeuren in de oorspronkelijke toepassing van het document.
Het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren...] wordt weergegeven.
Om bestaande Snelkeuzes te gebruiken, klikt u op het tabblad [Snelkeuzes] en vervolgens op het pictogram in het vak [Snelkeuzelijst:].
Als u een reeds in het printerstuurprogramma geregistreerde aangepaste instelling niet wilt aanpassen, wijzig instellingen zoals papierformaat en invoerlade dan als gewenst en ga verder met stap 8.
Klik op het tabblad [Uitgebreide Instelling].
In het vak [Menu:] klikt u op het pictogram [Bewerken].
Selecteer [Openen naar Links] of [Openen naar Boven] in de lijst [Dubbelzijdig:].
Wijzig indien nodig andere afdrukinstellingen.
Om de huidige instelling in de lijst met snelkeuzes op te slaan, klikt u op [Huidige instellingen registr...]. Voer een naam en opmerking die de instelling omschrijft in en klik dan op [OK].
Het onlangs geregistreerde pictogram verschijnt in het gebied van [Snelkeuzelijst:].
Klik op [OK] om het dialoogvenster printervoorkeuren te sluiten.
Druk het document af met de afdrukfunctie in de toepassing waarin het document is opgesteld.
Voor het PCL-5e-printerstuurprogramma:
Nadat u een document hebt aangemaakt, opent u het dialoogvenster Afdrukvoorkeuren in de oorspronkelijke toepassing van het document.
Het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren...] wordt weergegeven.
Klik op het tabblad [Setup] indien het nog niet geselecteerd is.
In de lijst [Duplex:], [Openen naar Links] of [Openen naar Boven].
Wijzig indien nodig andere afdrukinstellingen.
Klik op [OK] om het dialoogvenster printervoorkeuren te sluiten.
Druk het document af met de afdrukfunctie in de toepassing waarin het document is opgesteld.
![]()
Bevat het document pagina's met verschillende origineelformaten, dan kunnen er paginascheidingen tussen komen.