Koptekst overslaan
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

De LDAP-server programmeren

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de LDAP-server programmeert.

  1. Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.

  2. Selecteer [Systeeminstellingen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  3. Selecteer [Beheerderstoepassingen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  4. Selecteer [Prgr./Wz./Vrw. LDAP Srv.] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  5. Selecteer [Programmeren/Wijzigen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  6. Selecteer de LDAP-server die u wilt programmeren of wijzigen met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Wanneer u de server programmeert, selecteert u [*Niet geprogr.].

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  7. Selecteer [Naam] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  8. Voer de naam in en druk daarna op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  9. Selecteer [Servernaam] met behulp van [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  10. Voer de servernaam in en druk daarna op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  11. Selecteer [Zoek basis] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Selecteer de basismap om te starten met zoeken naar e-mailadressen die zijn geregistreerd in de geselecteerde map en die zoekbestemmingen zijn.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  12. Voer de zoekbasis in en druk daarna op de [OK]-toets.

    Als hetgene waarnaar u wilt zoeken bijvoorbeeld de verkoopafdeling van bedrijf ABC is, voert u "dc=verkoopafdeling, o=ABC" in. (In dit voorbeeld is de omschrijving een actieve directory. "dc" is de afdeling en "o" is het bedrijf.)

    Afhankelijk van uw serveromgeving kan zoekbasisregistratie vereist zijn. Wanneer registratie is vereist, zullen ongespecificeerde zoekopdrachten een fout opleveren.

    Controleer uw serveromgeving en voer alle vereiste specificaties in.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  13. Selecteer [Poortnr.] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Geef het poortnummer op voor communicatie met de LDAP-server. Specificeer een poort die overeenkomt met uw omgeving.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  14. Voer het poortnummer in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  15. Selecteer [SSL] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  16. Selecteer [Aan] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Gebruik SSL om te communiceren met de LDAP-server.

    Om SSL te kunnen gebruiken, moet de LDAP-server SSL ondersteunen.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

    Wanneer SSL is ingesteld op [Aan], verandert het poortnummer automatisch in "636".

    Als u geen gebruik maakt van SSL kunnen zich beveiligingsproblemen voordoen. De SSL-instelling moet op dit apparaat zijn ingeschakeld. Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor verdere informatie.

  17. Selecteer [Verificatie] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  18. Selecteer [Kerberos verificatie], [Digest verificatie], [Cleartext verificatie], of [Uit] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Als u een zoekverzoek wilt doen aan de LDAP-server, moet u de beheerdersaccount gebruiken voor verificatie.

    De verificatie-instellingen moeten overeenkomen met de verificatie-instellingen van uw server. Controleer de instellingen van uw server voordat u dit apparaat instelt.

    [Digest verificatie] is alleen beschikbaar voor LDAP versie 3.0.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

    Als u [Kerberos verificatie] selecteert, wordt een wachtwoord verstuurd via een coderingsproces dat voorkomt dat wachtwoorden worden onthuld tijdens het verzenden naar de KDC-server waar de verificatie plaatsvindt.

    Als u [Digest verificatie] selecteert, wordt een wachtwoord verstuurd via een coderingsproces dat voorkomt dat wachtwoorden worden onthuld tijdens het verzenden naar de LDAP-server.

    Als u [Cleartext verificatie] selecteert, wordt een wachtwoord ongewijzigd naar de LDAP-server gestuurd, zonder enige codering.

    Als u [Kerberos verificatie] selecteert, gaat u verder met stappen 19 tot en met 21 en vervolgens met stap 22.

    Als u [Digest verificatie] of [Cleartext verificatie] selecteert, gaat u verder met stappen 19 tot en met 20 en vervolgens met stap 22.

    Als u [Uit] selecteert, gaat u verder met stap 22.

  19. Voer de Gebruikersnaam in en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

    Wanneer [Kerberos verificatie], [Digest verificatie] en [Cleartext verificatie] zijn geselecteerd voor de verificatie-instelling, gebruikt u de accountnaam en het wachtwoord van de beheerder. Als u verificatie gebruikt voor iedere persoon of voor iedere zoekopdracht, moet u de accountnaam en het wachtwoord van de beheerder niet gebruiken.

    De procedure voor het instellen van de gebruikersnaam hangt af van de serveromgeving. Controleer de serveromgeving voordat u de instelling uitvoert.

    Voorbeeld: Domeinnaam\Gebruikersnaam, Gebruikersnaam@Domeinnaam, CN=Naam, OU=Afdelingsnaam, DC=Servernaam

  20. Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

    De gebruikersnaam en het wachtwoord zijn vereist voor beheerdersverificatie om toegang te krijgen tot de LDAP-server.

    U kunt verbinding maken met de LDAP-server met een gebruikersnaam en een wachtwoord die in het adresboek zijn opgeslagen. Raadpleeg voor meer informatie "SMTP- en LDAP-verificatie registreren".

    Als u [Digest verificatie] of [Cleartext verificatie] selecteert, gaat u verder met stap 22.

  21. Selecteer het domein met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  22. Druk op [Com.test].

    Schermafbeelding bedieningspaneel

    Log in op de LDAP-server om te controleren of de juiste verbinding tot stand is gebracht. Controleer of de verificatie verloopt volgens de verificatie-instellingen.

  23. Druk op [Afsluiten].

  24. Selecteer [Zoekvoorwaarden] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

    Als de verbindingstest mislukt, controleer dan de instellingen en probeer het opnieuw.

    Deze functie controleert de zoekvoorwaarden en de zoekbasis niet.

  25. Selecteer noodzakelijke zoektermen als [Naam], [E-mailadres], [Faxnummer], [Bedrijfsnaam] en [Afdelingsnaam] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

    U kunt een eigenschap invoeren als kenmerkend trefwoord. Als u de ingevoerde eigenschap gebruikt, doorzoekt de functie het adresboek van de LDAP-server.

  26. Voer de eigenschap in en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Afhankelijk van de serveromgeving, kan de waarde van de eigenschap verschillen. Controleer of de eigenschapswaarde voldoet aan de serveromgeving voordat u deze instelt.

    U kunt items blanco laten, maar u kunt geen eigenschappen blanco laten als u zoekt naar e-mailadressen in het Adresboek van de LDAP-server.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  27. Druk op [Afsluiten].

  28. Selecteer [Zoekopties] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  29. Voer de eigenschap in en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Om in de LDAP-serverdatabase te zoeken naar een andere zoekterm dan de standaard zoektermen, zoals naam, e-mailadres, faxnummer, bedrijfsnaam en afdelingsnaam, geef de eigenschap van de zoekterm geregistreerd in uw LDAP-server op en de naam die tijdens het zoeken op het bedieningspaneel weergegeven moet worden. Om bijvoorbeeld een e-mailadres op "Werknemersnummer" te zoeken in het hoofdscherm.

    Afhankelijk van de serveromgeving, kan de waarde van de eigenschap verschillen. Controleer of de eigenschapswaarde voldoet aan de serveromgeving voordat u deze instelt.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  30. Voer de Toetsweergave in en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    De geregistreerde "toetsweergave" verschijnt als een sleutelwoord voor het doorzoeken van de LDAP.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  31. Druk op [Afsluiten].

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  32. Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.

Verwijzing