![]() ![]() | ![]() | ||
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u Doorzenden kunt instellen.
Dit kunt u instellen als u een speciale afzender programmeert.
![]()
Voor iedere speciale afzender kan één doorzendbestemming worden geregistreerd. Als u twee of meer doorzendbestemmingen wilt registreren, dan moet u groepsbestemmingen gebruiken. Per groep kunnen er maximaal 100 bestemmingen worden opgegeven. Echter, wanneer u een groep toevoegt aan een andere groep, kunnen er maximaal 150 bestemmingen voor een groep worden opgegeven.
Selecteer [Doorzenden] met [
] of [
] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

Selecteer [Aan] of [Uit] met de [
] of de [
] en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Als u [Gelijk aan basisinstell.] selecteert, resulteert dit in dezelfde instelling als de instelling die is gemaakt voor [Doorzenden] onder [Beheerderstoepassingen].
Selecteert u [Uit] of [Gelijk aan basisinstell.], dan keert het display terug naar dat van stap 1.

Geef een eindontvanger op met de snelkeuzetoetsen en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Door te drukken op
, verandert de bestemming.

Druk op de [OK]-knop.

![]()
In Stap 3 kunt u zoeken naar de doorzendbestemming en deze specificeren door te drukken op de toets [Zoek bestemming] of op een Gebruikersfunctietoets. Om een doorzendbestemming op te geven door te drukken op een gebruikersfunctietoets, dient u eerst de [Spec. registr.nr. best.]-functie te registreren als een gebruikersfunctietoets. Voor nadere details over gebruikersfunctietoetsen, zie “Algemene instellingen/Aanpassen”.
Stel mapbestemmingen in met [Adresboekbeheer] onder [Systeeminstellingen]. Voor meer informatie over het registreren van mapbestemmingen, zie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.
Wanneer een map als mapbestemming is gespecificeerd, kunt u een bestandsindeling voor doorzenden instellen. Zie “Parameterinstellingen” (schakelaar 21, bit 3).
Als u een bestemming, die is opgegeven als doorzendbestemming, uit de bestemmingslijst verwijdert, worden de instellingen van de doorzendbestemming verwijderd. Deze moet dus opnieuw worden geregistreerd. Wanneer een bestemming wordt gewijzigd, wordt een document doorgestuurd naar de nieuwe bestemming. Als er geen bestemming van het opgegeven type is, kunt u instellen welke bestemming als alternatieve bestemming moet worden gebruikt. Zie “Parameterinstellingen” (schakelaar 32, bit 0).