![]() ![]() | ![]() | ||
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u het papierformaat in de kleine papierlade wijzigt.
![]()
Als een papierlade te ruw dicht geduwd wordt, kunnen de zijwanden van de lade van hun plaats raken.
Controleer of de rand van het papier aan de rechterzijde is uitgelijnd.
Schuif de wanden tot ze zijn uitgelijnd met het papierformaat en vergrendel de zijwanden daarna.
Controleer of het papier in de papierlade niet wordt gebruikt en trek de lade dan voorzichtig open tot deze stopt.

Druk de metalen plaat naar beneden totdat deze klikt.

Verwijder het papier indien aanwezig.
Ontgrendel de zijwanden.

Zorg dat het papier recht is en plaats het met de afdrukzijde naar boven.
Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering.

Houd de ontgrendelingshendel ingedrukt en schuif de zijwanden vervolgens zo zodat ze zijn uitgelijnd met het formaat van het papier dat u heeft geplaatst.
Zorg ervoor dat er geen ruimte zit tussen het papier en de zijwanden.

Schuif de eindwand net zover totdat deze is uitgelijnd met het papierformaat dat u heeft geplaatst.
Zorg ervoor dat er geen ruimte zit tussen het papier en de eindwand.

Vergrendel de zijwanden weer.

Schuif de papierlade voorzichtig volledig naar binnen.
Controleer het papierformaat op het display.
![]()
U kunt enveloppen in de kleine papierlade plaatsen. Zorg ervoor dat u de enveloppen in liggende
richting plaatst.

Als u op enveloppen van het formaat 41/8 × 91/2
, C5 Env
, C6 Env
of DL Env
kopieert en ze worden gekreukeld afgeleverd, plaats ze dan in staande
richting.

Voor informatie over en aanbevelingen voor enveloppen, raadpleegt u "Enveloppen".
Als u een papierformaat plaatst dat niet automatisch wordt geselecteerd, moet u het papierformaat via het bedieningspaneel opgeven. Voor meer informatie hierover zie "Veranderen in een formaat wat niet automatisch herkend wordt".