Koptekst overslaan
 

Parameters voor beheerdersinstellingen

In dit gedeelte komen de parameters voor beheerdersinstellingen aan de orde.

Datum/tijd instellen

Hiermee stelt u de datum en tijd in van de interne klok van het apparaat.

  • Datuminstelling

    Hiermee stelt u de datum in van de interne klok van het apparaat.

    U kunt alleen datums instellen die overeenkomen met het jaar en de maand. Datums die niet compatibel zijn, worden geweigerd.

    Standaardinstelling voor [Datumindeling]: image [Mm/Dd/Jjjj], image [Dd/Mm Jjjj]

    • Jaar: 2000 tot 2099

    • Maand: 1 tot 12

    • Datum: 1 tot 31

    • Datumindeling: Mm/Dd/Jjjj, Dd/Mm Jjjj of Jjjj Mm/Dd

  • Tijdinstelling

    Hiermee stelt u de tijd in van de interne klok van het apparaat.

    Standaardinstelling voor [Tijdsindeling]: image[12 uur], image[24 uur]

    • Tijdsindeling: 24 uur, 12 uur

    • Tijd: AM, PM (voor 12 uur)

    • Uur: 0 - 23 (voor 24 uur) of 1 - 12 (voor 12 uur)

    • Minuut: 0 tot 59

Gebruikersinstellingen

Hiermee geeft u gegevens over de gebruiker op voor het verzenden van een fax.

  • Gebruikersfaxnr.

    Hiermee geeft u het faxnummer van het apparaat op, dat uit maximaal 20 tekens kan bestaan, waaronder 0 - 9, spatie en +.

  • Gebruikersnaam

    Hiermee geeft u de naam van het apparaat op, die uit maximaal 20 alfanumerieke tekens en symbolen kan bestaan.

Soort tel.lijn

Hiermee geeft u het type telefoonlijn op.

Neem contact op met uw telecombedrijf als u deze instelling wilt configureren en selecteer de instelling op basis van uw telefoonlijn. Een verkeerde instelling kan leiden tot storingen bij het verzenden van faxen.

Standaardinstelling: [Toon]

  • Toon

  • Puls 10 PPS

  • Puls 20 PPS

PBX-selectie

Hiermee stelt u in of het apparaat een verbinding tot stand brengt met een openbaar telefoonnetwerk (PSTN) of een particuliere telefooncentrale (PBX).

Standaardinstelling: [PSTN]

  • PSTN

  • PBX

Cijfer PBX-toegang

Hiermee bepaalt u het nummer dat moet worden gekozen voor toegang tot de buitenlijn wanneer het apparaat is verbonden met een PBX.

Zorg ervoor dat deze instelling overeenkomt met de instelling in de telefooncentrale. Anders kunt u mogelijk geen faxen verzenden naar bestemmingen buiten de interne centrale.

Standaardinstelling: 9

  • 000 tot 999

Standaardmodus

Hiermee bepaalt u de modus die wordt geactiveerd als de stroomtoevoer wordt ingeschakeld, of als de tijd die is opgegeven bij [Autom. wissen] zonder activiteit is verstreken terwijl het beginscherm van de huidige modus wordt weergegeven.

Standaardinstelling: [KOPIE]

  • KOPIE

  • Fax

Autom. wissen

Hiermee stelt u in dat het apparaat terugkeert naar het beginscherm of de huidige modus als het apparaat gedurende een bepaalde periode tijdens de configuratie geen invoer ontvangt.

Als de opgegeven periode is verstreken terwijl het beginscherm van de huidige modus wordt weergegeven, keert het apparaat terug naar de modus die is opgegeven in [Standaardmodus].

Standaardinstelling: [Aan] (30 seconden)

  • Aan (30 sec., 1 min., 2 min., 3 min., 5 min., 10 min.)

  • Uit

Spaarstand

Schakelt de machine naar de Spaarmodus, Spaarmodus 1 of Spaarmodus 2, om het energieverbruik te verminderen. Het apparaat komt uit de spaarmodus wanneer het een afdruktaak krijgt, een ontvangen fax afdrukt, of wanneer de toets [Kopie], of [Start] wordt ingedrukt.

  • Spaarmodus1

    De machine schakelt naar de Spaarmodus 1 als de machine gedurende 30 seconden inactief is. Het neemt minder tijd in beslag om terug te keren uit de Spaarmodus 1 dan uit de uitgeschakelde toestand of Spaarmodus 2, maar het energieverbruik is hoger in Spaarmodus 1 dan in Spaarmodus 2.

    Standaardinstelling: [Uit]

    • Uit

    • Aan (30 seconden)

  • Spaarmodus2

    De machine gaat naar Spaarmodus 2 nadat de tijd, die voor deze instelling werd bepaald, is verstreken. Het energieverbruik is lager in Spaarmodus 2 dan in Spaarmodus 1, maar het kan langer duren om uit Spaarmodus 2 te komen dan uit Spaarmodus 1.

    Standaardinstelling: [Aan] (1 minuut)

    • Aan (1 tot 240 minuten, in stappen van 1 minuut)

    • Uit

Taal scherm

Hier geeft u de taal op die op het scherm en in rapporten wordt gebruikt.

Standaardinstelling: [English]

Landcode

Hiermee selecteert u het land waarin het apparaat wordt gebruikt. De landcode die u opgeeft, is van invloed op de tijd- en datumweergave en de standaardwaarden van de instellingen voor het verzenden van faxen.

Het is belangrijk dat u de juiste landcode selecteert. Een verkeerde landcode kan leiden tot storingen bij het verzenden van faxen.

Standaardinstelling: [Verenigde Staten]

Standaardwaarde instelling

  • Menu-instellingen wissen

    • Niet uitvoeren

      Hiermee gaat u naar het vorige niveau van de menustructuur zonder de instellingen te wissen.

    • Uitvoeren

      Hiermee worden de standaardwaarden van het apparaat opnieuw ingesteld, met uitzondering van de volgende instellingen: schermtaal, landinstelling, netwerkinstellingen en bestemmingen voor Snelkiezen/Verkort kiezen faxen.

  • Netwerkinstellingen wissen

    Let op dat u de instellingen niet per ongeluk wist.

    • Niet uitvoeren

      Hiermee gaat u naar het vorige niveau van de menustructuur zonder de instellingen te wissen.

    • Uitvoeren

      Hiermee herstelt u de standaardwaarden voor de netwerkinstellingen.

  • Faxdirectory wissen

    • Niet uitvoeren

      Hiermee gaat u naar het vorige niveau van de menustructuur zonder de instellingen te wissen.

    • Uitvoeren

      Hiermee wist u de bestemmingen voor Snelkiezen/Verkort kiezen faxen.

Beheerdersmenu vergrendelen

Hiermee geeft u een wachtwoord van vier cijfers op voor toegang tot de menu's [Faxdirectory], [Netwerkinstellingen] en [Beheerdersinstellingen].

Onthoud dit wachtwoord goed.

  • Aan (0000 tot 9999)

  • Uit