In dit gedeelte komen de parameters van verzendinstellingen voor het faxen aan de orde.
Directe verzenden
Hiermee stelt u in dat het apparaat een fax direct na het scannen van het origineel verzendt.
Standaardinstelling: [Uit]
Uit
Selecteer deze optie wanneer u faxen vanuit het geheugen wilt verzenden.
Aan
Selecteer deze optie wanneer u faxen direct wilt verzenden.
Alleen volgende fax
Selecteer deze optie als u alleen de volgende fax direct wilt verzenden.
Resolutie
Hiermee stelt u de resolutie in voor het scannen van originelen.
Standaardinstelling: [Standaard]
Standaard
Selecteer deze optie als het origineel uit een gedrukt of getypt document bestaat met tekens van normale grootte.
Fijn
Selecteer deze optie als de tekst van het origineel klein gedrukt is.
Foto
Selecteer deze optie als in het origineel afbeeldingen zijn opgenomen, zoals foto's of tekeningen met arcering.
Dichtheid
Hiermee geeft u de beelddichtheid voor het scannen van originelen op.
Standaardinstelling: [Normaal]
Licht
Normaal
Donker
Tijd pauzetoets
Hiermee bepaalt u de duur van de pauze wanneer u een pauze invoegt tussen de cijfers van een faxnummer.
Standaardinstelling: 3 seconden
1 - 15 seconden, in stappen van 1 seconde
Automatisch herkiezen
Hiermee stelt u in dat het apparaat het faxnummer automatisch opnieuw kiest wanneer de lijn bezet is of wanneer een fout bij de verzending optreedt. (Het apparaat moet zich dan wel in de modus voor verzending uit het geheugen bevinden.) Het aantal herhalingspogingen is vooraf ingesteld op twee of drie, afhankelijk van de [Landcode] die is ingesteld onder [Beheerdersinstellingen], met een interval van vijf minuten.
Standaardinstelling: [Aan]
Uit
Aan
Koptekst verzender
Hiermee stelt u in dat het apparaat een koptekst toevoegt aan iedere fax die u verzendt. In de koptekst staan de actuele datum en tijd, de naam en het nummer van de gebruikte fax, de taak-ID en informatie over het aantal pagina's.
Standaardinstelling: [Aan]
Uit
Aan