In dit gedeelte wordt beschreven hoe u scanresolutie kunt opgeven voor de huidige taak.
Er zijn zes mogelijke resolutie-instellingen. Hoe hoger de resolutie, des te hoger de kwaliteit, maar het bestand is ook groter.
Druk op [Beeldkwaliteit].

Druk op [Beeldkwaliteit] of op [
][
] om de gewenste resolutie te selecteren en druk op [OK].
![]()
Druk op [
] of op [Wissen/Stop] om de huidige wijziging ongedaan te maken en terug te keren naar het beginscherm.
U kunt de standaardinstelling van het apparaat voor [Resolutie] wijzigen zodat altijd met een bepaalde resolutie wordt gescand.
Tijdelijke instellingen worden in de volgende gevallen gewist:
Wanneer geen gegevens worden ingevoerd gedurende de tijdsperiode die is ingesteld in [Autom. wissen] en het beginscherm wordt weergegeven.
Wanneer u op [Wissen/Stop] drukt terwijl het beginscherm wordt weergegeven.
Wanneer de modus van het apparaat wordt gewijzigd.
Wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
Wanneer de standaardwaarde van het apparaat voor dezelfde instelling wordt gewijzigd.
![]()
Zie Scannerinstellingen
voor meer informatie over [Resolutie].
Zie Beheerdersinstellingen
voor meer informatie over [Autom. wissen].