Koptekst overslaan
 

Een beveiligd afdrukbestand opslaan

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een beveiligd afdrukbestand in het apparaat kunt opslaan met het printerstuurprogramma.

1Open op uw computer het bestand dat u wilt afdrukken.

2Open de eigenschappen van het printerstuurprogramma.

3Klik op het tabblad [Setup] en selecteer vervolgens [Beveiligde afdruk].

De tekstvelden [Wachtwoord:] en [Gebruiker-ID:] worden beschikbaar.

Het [Gebruiker-ID:] tekstveld bevat de gebruikersnaam van uw computeraccount of de gebruiker-ID die u bij de vorige beveiligde afdruktaak heeft gebruikt.

4Voer het wachtwoord (4 tot 8 cijfers) en de gebruiker-ID (maximaal 9 alfanumerieke tekens) in, en klik op [OK].

De gebruiker-ID wordt gebruikt om uw beveiligde afdrukbestand vast te stellen via het bedieningspaneel van het apparaat.

5Een afdrukopdracht uitvoeren.

De afdruktaak wordt opgeslagen in het apparaat als een beveiligd afdrukbestand. U kunt het bestand afdrukken door het wachtwoord in te voeren op het bedieningspaneel.

Opmerking

  • Het beveiligde afdrukbestand wordt automatisch uit het geheugen van het apparaat gewist wanneer het werd afgedrukt, of wanneer het apparaat werd uitgeschakeld.

  • Het apparaat kan maximaal 5 taken of 5 MB aan beveiligde afdrukinformatie tegelijk opslaan.

  • Zelfs als het apparaat geen beveiligde afdrukbestanden meer kan opslaan, houdt het apparaat nieuwe beveiligde afdrukbestanden vast gedurende de tijd die werd ingesteld bij [Beveiligde afdr.] onder [Apparaatinstellingen], voordat het de afdruktaak annuleert. Binnen deze tijd kunt u het nieuwe beveiligde afdrukbestand afdrukken of verwijderen. U kunt een bestaand beveiligd afdrukbestand ook afdrukken of wissen, zodat er een nieuw beveiligd afdrukbestand kan worden opgeslagen in het apparaat.

  • Wanneer een beveiligde afdruktaak werd geannuleerd, legt het apparaat deze annulering automatisch vast in een logboek. U kunt dit logboek gebruiken om vast te stellen welke beveiligde afdruktaken werden geannuleerd.

Verwijzing