![]()
Het IP-adres dat u aan het apparaat toewijst, mag niet worden gebruikt voor een ander apparaat binnen hetzelfde netwerk.
Druk op de toets [Gebruikersinstellingen].

Druk op [
][
] om [Netwerkinstellingen] te selecteren en druk op [OK].
Voer zo nodig een wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK].
Druk op [
][
] om [IP-configuratie] te selecteren en druk op [OK].
Druk op [
][
] om [DHCP geactiveerd] te selecteren en druk op [OK].
Druk op [
][
] om [Uit] te selecteren en druk op [OK].
Bij de nieuwe instelling wordt een “
” symbool weergegeven om aan te geven dat de instelling werd veranderd.
Bevestig de instelling en druk op [
].

Druk op [
][
] om [IP Adres] te selecteren en druk op [OK].
Voer het IP-adres van het apparaat in met de cijfertoetsen en druk daarna op [OK].
Druk op [
][
] om van het ene veld naar het andere te gaan.
Bevestig de instelling en druk op [
].
Druk op [
][
] om [Subnet Masker] te selecteren en druk op [OK].
Het huidige subnetmasker wordt weergegeven.
Als het subnetmasker niet het juiste is, geeft u met de cijfertoetsen een nieuw subnetmasker op en drukt u daarna op [OK].
Druk op [
][
] om van het ene veld naar het andere te gaan.
Bevestig de instelling en druk op [
].
Druk op [
][
] om [Gateway] te selecteren en druk op [OK].
Het huidige gateway-adres wordt weergegeven.
Geef zo nodig met de cijfertoetsen een nieuw gateway-adres op en druk daarna op [OK].
Druk op [
][
] om van het ene veld naar het andere te gaan.
Bevestig de instelling en druk op [
].
Druk op [Wissen/Stop] om terug te keren naar het beginscherm.
Als u wordt gevraagd het apparaat opnieuw op te starten, schakelt u het apparaat uit en daarna weer in.
Druk de configuratiepagina af om de instelling te bevestigen.
De instelling van het IP-adres staat onder “TCP/IP” op de configuratiepagina.
![]()
U kunt op [
] drukken om naar het vorige niveau van de menustructuur te gaan.
U kunt een wachtwoord voor toegang tot het menu [Netwerkinstellingen] opgeven in [Beheerdersmenu vergrendelen].
Als de netwerkomgeving een specifieke transmissiesnelheid vereist die niet automatisch wordt bepaald, stelt u de transmissiesnelheid in bij [Instelling koppeling] onder [Netwerkinstellingen].
Wanneer [DHCP geactiveerd] is ingeschakeld, worden de handmatig geconfigureerde instellingen voor het IP-adres niet gebruikt.
![]()
Zie Het apparaat inschakelen
voor meer informatie over het in- en uitschakelen van het apparaat.
Zie De configuratiepagina afdrukken
voor meer informatie over het afdrukken van een configuratiepagina.
Zie Beheerdersinstellingen
voor meer informatie over [Beheerdersmenu vergrendelen].
Zie Netwerkinstellingen
voor meer informatie over [Instelling koppeling].