![]()
|
Met de volgende procedure verbindt u het apparaat via een netwerk met een computer. Zorg ervoor dat de hub en eventuele andere netwerkapparaten klaar zijn voor verbinding met de Ethernet-poort van het apparaat via de 10BASE-T- of 100BASE-TX-kabel.
De ferrietkern wordt bij het apparaat meegeleverd.
![]()
Gebruik de beveiligde Ethernet-kabel. Onbeschermde kabels veroorzaken elektromagnetische storing waardoor het apparaat defecten kan gaan vertonen.
De Ethernet-kabel wordt niet met het apparaat meegeleverd. Kies een kabel die geschikt is voor de netwerkomgeving.
Sluit de Ethernet-kabel aan op de Ethernet-poort.

Bevestig de ferrietkern die bij dit apparaat wordt meegeleverd aan het andere uiteinde van de ethernetkabel op ongeveer 5 cm (
) van de aansluiting, waarbij u een lus dient te maken zoals weergegeven.

Sluit de kabel aan op het netwerk (bv. een netwerkhub).
![]()
Zie Instellingen IP-adres configureren
voor meer informatie over de instellingen van netwerkomgevingen.
Raadpleeg de instructies op de cd-rom met printerstuurprogramma's voor meer informatie over het installeren van printerstuurprogramma's voor netwerkverbindingen.