Met de volgende procedure verbindt u de printer via een netwerk met een computer. Zorg ervoor dat de hub en eventuele andere netwerkapparaten klaar zijn voor verbinding met de Ethernet-poort van de printer via de 10BASE-T- of 100BASE-TX-kabel.
![]()
|
![]()
Gebruik de beveiligde Ethernet-kabel. Onbeschermde kabels veroorzaken elektromagnetische storing waardoor het apparaat defecten kan gaan vertonen.
Er wordt geen Ethernet-kabel meegeleverd met deze printer. Kies een kabel die geschikt is voor de netwerkomgeving.
Sluit de Ethernet-kabel aan op de Ethernet-poort.

Sluit de kabel aan op het netwerk (bijvoorbeeld op een netwerkhub).
![]()
Raadpleeg de Softwarehandleiding voor meer informatie over instellingen voor de netwerkomgeving.
Voor meer informatie over het installeren van printerstuurprogramma's, raadpleeg de Software-installatiehandleiding voor netwerkverbindingen.