![]() ![]() | ![]() | ||
Als u kopieert op enveloppen, moet u het papiertype en -formaat specificeren.
![]()
Specificeer, voordat u deze functie gebruikt, de papierdikte onder Papiertype: Handinvoerlade in Gebruikersinstellingen. Zie voor meer informatie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.
Open de handinvoer en plaats het papier met de te kopiëren zijde naar boven tot u het geluidssignaal hoort.
Plaats de papiergeleider op één lijn met de zijkant van de envelop.
Druk op de toets [Handinvoer] en druk vervolgens op de toets [
].
Druk op [Papierformaat].
Druk op [Aangepast form.].

Specificeer het formaat van de envelop en druk daarna twee keer op [OK].
Plaats de originelen en druk vervolgens op de toets [Start].
![]()
Als u het origineel op de glasplaat plaatst, plaatst u het origineel met de onderkant op een lijn met de linkerschaal.
Als u het origineel in de ADF plaatst, plaatst u dit met de onderkant ingevoerd in de ADF.
Zorg er bij het invoeren van enveloppen voor dat de flap uitgevouwen is en dat ze tegenovergesteld van de papierinvoerrichting zijn geplaatst.

Plaats enveloppen (162 × 229 mm (C5)) met de flap naar beneden, en de flapvouw tegen de zijgeleider.

Als u het horizontale formaat invoert voor enveloppen, moet dit inclusief de uitgevouwen flap zijn.

Verticale afmeting
Horizontale afmeting
U kunt maximaal 10 enveloppen (80 - 95 g/m2, 20 - 24 lb. bankpost) tegelijk in de handinvoerlade plaatsen zonder ze plat te drukken. Controleer of de enveloppen niet vochtig zijn. Plaats niet meer enveloppen dan er tussen de papiergeleiders op de handinvoerlade passen.
Voordat u de enveloppen plaatst, moet u controleren of er geen lucht in zit.
Om een betere afdrukkwaliteit te krijgen, raden wij u aan de rechter, linker, bovenste en onderste afdrukmarge ieder in te stellen op tenminste 15 mm (0,6 inch).
U kunt geen enveloppen afdrukken met de Duplexfunctie.
U kunt slechts één formaat en type envelop tegelijkertijd plaatsen.
Voordat u enveloppen plaatst, moet u de voorste rand (de zijde die het apparaat ingaan) afplatten door er met een potlood of liniaal op de drukken.
Controleer, voordat u enveloppen plaatst, of ze rechthoekig van vorm zijn.
Voor informatie over ondersteunde enveloptypes, zie Over dit apparaat.