![]() ![]() | ![]() | ||
Dit gedeelte geeft de aanbevolen formaten en typen papier.
![]()
Als vochtig of opgekruld papier wordt geplaatst, kan er een papierstoring optreden.
Lade 1
Papiertype en -gewicht |
Metrische versie |
Inch-versie |
Papiercapaciteit *1 |
|---|---|---|---|
52 - 128 g/m2 14 lb. bankpost - 34 lb. bankpost) |
A4 |
A4 |
1550 vellen x 2 |
Lade 1 (A3/11 × 17 lade-eenheid (optioneel))
Papiertype en -gewicht |
Metrische versie |
Inch-versie |
Papiercapaciteit *1 |
|---|---|---|---|
52 - 128 g/m2 14 lb. bankpost - 34 lb. bankpost) |
A3 |
11 × 17 |
1000 vellen |
52 - 128 g/m2 14 lb. bankpost - 34 lb. bankpost) |
*2 B4 JIS |
*2 A3 |
1000 vellen |
Lade 2, 3
Papiertype en -gewicht |
Metrische versie |
Inch-versie |
Papiercapaciteit *1 |
|---|---|---|---|
52 - 128 g/m2 14 lb. bankpost - 34 lb. bankpost) |
*3 A3 |
550 vellen |
|
52 - 128 g/m2 14 lb. bankpost - 34 lb. bankpost) |
*4 81/4 × 14 |
550 vellen |
|
52 - 128 g/m2 14 lb. bankpost - 34 lb. bankpost) |
Aangepast formaat Verticaal: 139,7 - 297,0 mm Horizontaal: 139,7 - 432,0 mm |
Aangepast formaat Verticaal: 139,7 - 296,92 mm Horizontaal: 139,7 - 431,8 mm |
550 vellen |
Tabbladen *8 163 g/m2 (90 lb. Index), 199 g/m2 (110 lb. Index) |
A4 |
500 vellen |
|
Handinvoer
Papiertype en -gewicht |
Metrische versie |
Inch-versie |
Papiercapaciteit *1 |
|---|---|---|---|
52 - 216 g/m2 (14 lb. Bankpost - 80 lb. Voorblad) |
*3 A3 |
*3 A3 |
*9 100 vellen (52 - 80 g/m2, 14 lb. Bankpost - 20 lb. Bankpost) 30 vellen (81 - 103 g/m2, 21 lb. Bankpost - 28 lb. Bankpost) 20 vellen (104 - 216 g/m2, 39 lb. Voorblad - 80 lb. Voorblad) |
52 - 216 g/m2 (14 lb. Bankpost - 80 lb. Voorblad) |
*5 B4 JIS 11 × 17 |
*5 B4 JIS 81/2 × 11 |
*9 100 vellen (52 - 80 g/m2, 14 lb. Bankpost - 20 lb. Bankpost) 30 vellen (81 - 103 g/m2, 21 lb. Bankpost - 28 lb. Bankpost) 20 vellen (104 - 216 g/m2, 39 lb. Voorblad - 80 lb. Voorblad) |
52 - 216 g/m2 (14 lb. Bankpost - 80 lb. Voorblad) |
*6 Aangepast formaat
|
*6 Aangepast formaat
|
*9 100 vellen (52 - 80 g/m2, 14 lb. Bankpost - 20 lb. Bankpost) 30 vellen (81 - 103 g/m2, 21 lb. Bankpost - 28 lb. Bankpost) 20 vellen (104 - 216 g/m2, 39 lb. Voorblad - 80 lb. Voorblad) |
Doorschijnend papier *12 |
A3 |
50 vellen *10 |
|
OHP-transparanten *7 |
*3 A4 *5 A4 |
50 vellen *10 |
|
Etiketten (stickervellen) |
B4 JIS |
1 vel |
|
Bulklade (LCT) (optioneel)
Papiertype en -gewicht |
Metrische versie |
Inch-versie |
Papiercapaciteit |
|---|---|---|---|
52 - 128 g/m2 14 lb. bankpost - 34 lb. bankpost) |
A4 |
81/2 × 11 |
4.000 vellen |
52 - 128 g/m2 14 lb. bankpost - 34 lb. bankpost) |
*2 B4 JIS |
*2 B4 JIS |
2.500 vellen |
*1 Zorg er bij het plaatsen van papier voor dat de stapelhoogte niet boven het limietteken op de papierlade uitkomt. Er kunnen ongeveer 10 mm/100 vellen in de lade worden geplaatst.
*2 De rand van de papierlade zit vast. Als u het papierformaat wilt veranderen, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger.
*3 Het papierformaat wordt automatisch gedetecteerd.
*4 Selecteer het papierformaat in Papierformaatlade: Lade 2-3 in Systeeminstellingen. Zie "Systeeminstellingen", de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.
*5 Druk op [Handinvoer] en op de toets [
] en selecteer het papierformaat.
*6 Druk op [Handinvoer] en op de toets [
] en voer vervolgens het papierformaat in met de cijfertoetsen.
*7 Als u op OHP-transparanten wilt kopiëren, selecteert u [OHP (Transparant)].
*8 De optionele tabbladhouder is vereist.
*9 Afhankelijk van de papierdikte kan de eigenlijke papiercapaciteit minder zijn dan opgegeven.
*10 Het wordt aanbevolen om één vel tegelijk te plaatsen.
*11 De optionele uitbreidingseenheid is vereist.
*12 Wanneer doorschijnend papier geplaatst wordt, stel dan de richting van het papier volgens de structuur in.

Papierdikte
Papierdikte *1 |
Metrische versie |
Inch-versie |
|---|---|---|
Standaard papier |
52 - 80 g/m2 |
14 lb. Bankpost - 20 lb. Bankpost |
Middeldik |
81 - 103 g/m2 |
21 lb. Bankpost - 28 lb. Bankpost |
Dik papier |
104 - 216 g/m2 |
39 lb. Voorblad - 80 lb. Voorblad |
*1 De afdrukkwaliteit neemt af als het door u gebruikte papier dicht bij het minimale of maximale gewicht ligt. Wijzig de instelling voor het papiergewicht in dunner of dikker.
![]()
Plaats papier in de papierladen 1 - 3 met de afdrukkant naar beneden.
Zorg ervoor dat bij gebruik van doorschijnend of etiketten het juiste papiertype te selecteren in Papiertype: Handinvoerlade of Papiertype: LCT. Zie Systeeminstellingen" de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.
Plaats het papier in de lade voor handinvoer of de bulklade (LCT) met de afdrukkant naar boven.
Het wordt aanbevolen bij het gebruik van de lade voor handinvoer de papierrichting in te stellen op
.
Gebruik geen papier dat bedoeld is voor een inkjetprinter omdat het aan de fuseereenheid kan blijven plakken en een papierstoring kan veroorzaken.
Gebruik geen kleuren OHP-transparanten met een laag die makkelijk smelt door warmte.
Wanneer u OHP-transparanten plaatst, controleer dan de voor- en achterkant van de vellen en plaats ze op de juiste wijze; anders kunnen er papierstoringen plaatsvinden. Voor meer informatie zie de Kopieer- en Document Serverhandleiding en de Printerhandleiding.
Als u OHP-transparanten gebruikt, waaiert u deze iedere keer voor gebruik los.
Tijdens het kopiëren of afdrukken op OHP-transparanten, is de snelheid van het kopiëren/afdrukken lager dan normaal.
Tijdens het kopiëren of afdrukken op dik papier van 104 - 216 g/m2 (39 lb. Voorblad - 80 lb. Voorblad) is de kopieer-/afdruksnelheid lager dan normaal.
Als invoer van meerdere vellen plaatsvindt, plaatst u de vellen een voor een.
Bij het plaatsen van etiketten stelt u de papierrichting in op
.
Als u papier van hetzelfde formaat in twee of meer laden plaatst, dan zal het apparaat automatisch naar de andere lade overschakelen wanneer de eerste lade zonder papier komt te zitten. Deze functie wordt de Automatische ladewisseling genoemd. (echter als het papiertype in de ene lade gerecycled of speciaal papier is, dan dienen de instellingen van de andere lades hetzelfde te zijn om de Automatische ladewisseling te laten functioneren.) Dit voorkomt het onderbreken van een kopieercyclus om het papier aan te vullen bij het maken van een groot aantal kopieën. U kunt het papiertype van de papierlades in Papiertype: Lade 2-3 en Papiertype: LCT instellen. Zie "Systeeminstellingen", de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen. Zie voor het instellen van de Automatische ladewisselingfunctie, "Kopieerapp./Doc. Server-eigensch. , de Kopieer- en Document Serverhandleiding.