Koptekst overslaan
 

De oorspronkelijke setup van een speciale afzender programmeren

In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de oorspronkelijke setup van een speciale afzender kunt programmeren.

U kunt de “Oorspronkelijke setup” van een speciale afzender programmeren. U kunt ook het papierformaat voor de handinvoerlade opgeven.

1Druk op [Faxeigenschappen].

2Druk op [Ontvangstinstellingen].

3Druk op [Speciale zender programmeren].

4Druk op [Oorspronkelijke setup].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

5Selecteer de functie die u wilt programmeren.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

6Om Geautoriseerde ontvangst en Speciale ontvangstfunctie te programmeren, drukt u op [Geautoriseerde ontvangst] of [Speciale ontvangstfunctie].

7Druk op [Aan] of [Uit] en druk vervolgens op [OK].

De illustratie toont het display “Geautoriseerde ontvangst” als voorbeeld.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

8Om Papierformaat handinvoer te programmeren, drukt u op [Papierformaat handinvoer].

U kunt een formaat selecteren uit [Autodetectie], [Normaal formaat] of [Aangepast formaat].

Als u [Autodetectie] selecteert, kunt u doorgaan naar stap 9 en 14.

Als u [Normaal formaat] selecteert, kunt u doorgaan naar stap 9, 10 en 14.

Als u [Aangepast formaat] selecteert, kunt u doorgaan naar stap 9 en 11 t/m 14.

9Selecteer het formaat dat u wilt programmeren.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

Als u [Normaal formaat] selecteert, kunt u een getoond papierformaat selecteren, waarna u kunt doorgaan naar stap 14.

Als u [Aangepast formaat] selecteert, kunt u doorgaan naar stap 11.

10Selecteer het formaat dat u wilt programmeren uit de getoonde formaten.

11Zorg ervoor dat [Verticaal] is geselecteerd.

12Voer het verticale formaat van het papier in met de cijfertoetsen, en druk vervolgens op de toets [Scherp].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

Geef een verticaal formaat op tussen 90 mm (3,54") en 305 mm (12,0").

Iedere keer dat u drukt op [mm] of [inch], schakelt de maateenheid over van “mm” naar “inch” of omgekeerd.

Als u een lengte invoert en van maateenheid wisselt door te drukken op [mm] of [inch], wordt deze lengte automatisch geconverteerd (fracties worden afgerond).

13Voer het horizontale formaat van het papier in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de toets [Scherp].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

Geef een horizontaal formaat op tussen 148 mm (5,83") en 600 mm (23,62").

Iedere keer dat u drukt op [mm] of [inch], schakelt de maateenheid over van “mm” naar “inch” of omgekeerd.

Als u een lengte invoert en van maateenheid wisselt door te drukken op [mm] of [inch], wordt deze lengte automatisch geconverteerd (fracties worden afgerond).

14Druk op [OK].

15Druk op [Afsluiten].

16Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].

Opmerking

  • Als u [Autodetectie] selecteert, herkent het apparaat het papierformaat automatisch.