Geef een gebruikersnaam op voor het bestand.
Druk op [Gebruikersnaam].
Druk op de gebruikersnaam die moet worden geprogrammeerd.
Druk op de titeltoets om tussen de titels te wisselen.
Voor instellen van een niet-geprogrammeerde gebruikersnaam, drukt u op [Handm. inv.] en voert u vervolgens de naam in. Gebruikersnamen die worden ingevoerd door op [Handm. inv.] te drukken, worden niet geprogrammeerd in de gebruikerscode.
Druk op [OK].
Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, kan [Toegangsprivileges] worden weergegeven in plaats van [Gebruikersnaam]. Voor nadere details over het instellen van [Toegangsprivileges], zie de beheerder.