Verzending vindt alleen plaats als de Gesloten netwerkcode van de bestemming overeenkomt met die van u.
Deze functie kan voorkomen dat informatie per ongeluk naar het verkeerde adres wordt verzonden.
U moet vooraf een Gesloten netwerkcode registreren met Gesloten netwerkcode programmeren in het menu Faxeigenschappen. Voor nadere details over de programmeermethode, zie “Oorspronkelijke instellingen”.
Deze functie is niet beschikbaar met Internetfax, e-mailverzending en mapverzending.
Plaats het origineel en selecteer de gewenste scaninstellingen.
Druk op [TX modus].
Selecteer [Opties instellen].
Druk op [Gesloten netwerk] om deze te markeren.
Om een Gesloten netwerkverzending te annuleren, drukt u opnieuw op [Gesloten netwerk].
Druk tweemaal op [OK].
Geef de bestemming op en druk vervolgens op de toets [Start].
U kunt één van de snelbedieningstoetsen programmeren voor deze functie. Met de snelbedieningstoets kunt u stap 2, 3 en 5 overslaan. Voor nadere details over snelbedieningstoetsen, zie “Standaardinstellingen”.