![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Dit onderdeel beschrijft hoe u toegang krijgt tot het Gebruikersinstellingenmenu.
Met Gebruikersinstellingen kunt u standaardwaarden wijzigen of instellen.
Handelingen voor systeeminstellingen die anders zijn dan normale instellingen. Sluit altijd de Gebruikersinstellingen af wanneer u klaar bent.
Wijzigingen die u maakt met Gebruikersinstellingen blijven van kracht, zelfs wanneer de hoofdschakelaar of bedieningsschakelaar uitgezet worden of wanneer de [Energiespaarstand] of [Wissen Modus] toets wordt ingedrukt.