Koptekst overslaan
 

De afdrukpagina en het beginnummer ("P1,P2...", "-1-,-2-...", "P.1,P.2...", "1,2...")

De eerste afdrukpagina en het beginnummer opgeven.

In onderstaand voorbeeld is de eerste afdrukpagina "2" en het beginnummer "3".

Illustratie van Paginanummering

In de volgende procedure is "P1, P2..." geselecteerd, maar dit maakt geen verschil voor de andere stijlen die u kunt kiezen.

1Druk op [Wijzigen] onder Nummering wijzigen.

2Druk op [1e af te drukken pag.], voer het paginanummer van het origineel in van waaraf moet worden begonnen met afdrukken en druk vervolgens op de toets [Scherp].

Schermafbeelding bedieningspaneel

3Druk op [1e af te drukken nr.], voer met de cijfertoetsen het paginanummer in waarmee u de paginanummering wilt laten beginnen en druk vervolgens op de toets [Scherp].

4Druk op [Laatste nr], voer het nummer van de pagina met de cijfertoetsen in, waarop de nummering moet stoppen en druk vervolgens op de toets [Scherp].

Als u alle pagina's tot het einde wilt nummeren, drukt u op [tot het eind].

Als u het nummer wilt wijzigen dat u heeft ingevoerd, drukt u op [Wissen] en voert u vervolgens een nieuw nummer in.

5Na alle instellingen te hebben ingevoerd, drukt u op [OK].

6Druk twee keer op [OK].

Opmerking

  • Het laatste nummer is de laatste af te drukken pagina. Bijvoorbeeld, als het totaal aantal pagina's tien is, u maximaal zeven pagina's wilt afdrukken en u vanaf pagina 8 niet wilt afdrukken, voert u "7" in bij Laatste nr. Anders hoeft u het nummer niet in te voeren.

  • U kunt een waarde instellen van 1 tot 9999 voor [1e af te drukken pag.], [1e af te drukken nr.] en [Laatste nr.].