Als u kopieert op dik papier, selecteer dan de papiersoort en het formaat.
Open de handinvoer en plaats het papier met de te kopiëren zijde naar beneden tot het geluidssignaal klinkt.
Positioneer de papiergeleiders op basis van het papierformaat.
Druk op de toets [Handinvoer] en druk vervolgens op de toets [
].
Druk op [Dik papier select.].
Selecteer het papiertype (één van [Dik papier 1], [Dik papier 2] en [Dik papier 3]) en druk vervolgens op [OK].
Selecteer [Dik Papier 1] als het gewicht van het papier tussen 106 g/m2 (28 lb.) en 169 g/m2 (45 lb.) ligt.
Selecteer [Dik Papier 2]als het gewicht van het papier tussen 170 g/m2 (45 lb.) en 220 g/m2 (58.5 lb.) ligt.
Select [Dik Papier 3] als het gewicht van het papier tussen 221 g/m2 (59 lb.) en 256 g/m2 (68 lb.) ligt.
Geef het papierformaat op en druk vervolgens op [OK].
Plaats de originelen en druk vervolgens op de toets [Start].
Afdrukken op dik papier kan langzamer zijn dan afdrukken op gewoon papier.
Om papierstoringen te voorkomen moet u het papier losschudden voordat u het op de lade plaatst.