![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Als de NetWare bestandsserver en printer aan weerszijden van de router staan, moeten pakketten voortdurend heen en weer gestuurd worden, waardoor wellicht communicatiestoringen ontstaan. Omdat pakketverzending een eigenschap is van NetWare, moet u de configuratie van de router aanpassen. Als het netwerk dat u gebruikt geen configuratie van de router toestaat, configureert u in dat geval het apparaat.
De router configureren
Filter de pakketten zodat ze de inbelrouter niet passeren.
Het MAC-adres van de filterende printer wordt afgedrukt op de configuratiepagina van de printer. Zie de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen voor verdere informatie over het afdrukken van een configuratiepagina.
Raadpleeg onderstaande aanwijzingen voor meer informatie over het configureren van de printer als configuratie van de router niet mogelijk is.
De printer met NetWare configureren
Configureer de bestandserver aan de hand van de installatieprocedure die eerder in deze handleiding is behandeld.
Stel het frametype voor een NetWare-omgeving in.
Raadpleeg de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen voor meer informatie over het selecteren van een type frame.
De printer zonder NetWare configureren
Wanneer u niet afdrukt, zendt de netwerkinterfacekaart pakketten over het netwerk. Zet NetWare op "inactief".
Raadpleeg de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen voor meer informatie over het selecteren van een protocol.