![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Wanneer u IPP gebruikt met SmartDeviceMonitor for Client, moet u rekening houden met de volgende aandachtspunten:
De netwerkprinter kan slechts één afdruktaak tegelijk van SmartDeviceMonitor for Client ontvangen. Terwijl de netwerkprinter bezig is met afdrukken, kan een andere gebruiker deze pas gebruiken zodra de taak is voltooid. In dat geval zoekt SmartDeviceMonitor for Client net zolang toegang tot de netwerkprinter tot de interval voor nieuwe pogingen is verstreken.
Als SmartDeviceMonitor for Client geen toegang kan krijgen tot de netwerkprinter en de tijd is verstreken, staakt het apparaat het verzenden van de afdruktaak. In dat geval moet u de gepauzeerde status in het venster van de afdrukwachtrij annuleren. SmartDeviceMonitor for Client zoekt opnieuw toegang tot de netwerkprinter. U kunt de afdruktaak uit het venster van de afdrukwachtrij verwijderen, maar het annuleren van een afdruktaak die door de netwerkprinter is afgedrukt kan ertoe leiden dat de volgende taak die door een andere gebruiker is verzonden, onjuist wordt afgedrukt.
Als een afdruktaak die is verzonden vanuit SmartDeviceMonitor for Client wordt onderbroken en de netwerkprinter annuleert de taak omdat er iets is misgegaan, moet u de afdruktaak opnieuw verzenden.
Afdruktaken die worden verzonden door een andere computer worden niet weergegeven in het venster van de afdrukwachtrij, ongeacht het protocol.
Als verschillende gebruikers afdruktaken naar netwerkprinters verzenden met SmartDeviceMonitor for Client, is de afdrukvolgorde wellicht niet hetzelfde als de volgorde waarin de taken zijn verzonden.
Er kan geen IP-adres worden gebruikt voor de IPP-poortnaam omdat het IP-adres wordt gebruikt voor de SmartDeviceMonitor for Client-poortnaam.
Wanneer u bij het instellen van SSL, een protocol voor gecodeerde communicatie, wordt gevraagd de serververificatie voor deze omgeving op te geven, voert u "https://(IP-adres of hostnaam apparaat)/" in. Internet Explorer moet op uw computer zijn geïnstalleerd. Gebruik de laatste versie. Internet Explorer 6.0 of hoger wordt aanbevolen.
Als het dialoogvenster [Beveiligingsmelding] verschijnt wanneer u toegang zoekt tot het apparaat met IPP om een IPP-poort te maken of te configureren, of tijdens het afdrukken, installeert u het certificaat. Als u de locatie van het certificaat wilt selecteren met de wizard Certificaat Importeren, klikt u op [Plaats alle certificaten op de volgende locatie] en klikt u vervolgens op [Lokale Computer] onder [Vertrouwde basiscertificeringsinstanties].
Voor meer informatie verwijzen wij naar uw netwerkbeheerder.