![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Als u het selectievakje [Voorvertoning] inschakelt, kunt u controleren hoe het faxdocument op de bestemming wordt uitgevoerd.
Klik op [Verzendopties].
Het tabblad [Verzendopties] wordt weergegeven.
Schakel het selectievakje [Voorvertoning] in.
Klik op [Verzenden], [Afdr.] of [Verzenden & Afdrukken].
Het venster [Voorvertoning] wordt geopend.
Klik op [Volgende] of [Vorige] om de afbeelding te controleren.
Om het venster [Voorvertoning] te sluiten, klikt u op [Annuleren].