Volg deze procedure om een specifiek IP-adres aan de printer toe te voegen. Dit is alleen nodig wanneer u de printer gaat gebruiken op een netwerk zonder DHCP, of wilt voorkomen dat het IP-adres van de printer verandert.
Zorg dat u voor u begint, het IP-adres, subnetmasker en gateway-adres kent dat de printer gaat gebruiken.
Druk op de toets [Menu].

Druk op de toets [
] of [
] om [Host interface] te selecteren, en druk vervolgens op de toets [OK].

Druk op de toets [
] of [
] om[Netwerk] te selecteren, en druk vervolgens op de toets [OK].

Druk op de toets [
] of [
] om [Effectief protocol] te selecteren, en druk vervolgens op de toets [OK].

Druk op de toets [
] of [
] om het van toepassing zijnde netwerkprotocol te selecteren en druk vervolgens op de toets [OK].

Druk op de toets [
] of [
] om [Actief] of [Niet-actief] te selecteren, en druk dan op de toets [OK].

Stel andere benodigde protocollen op dezelfde manier in.
Selecteer [Inactive] voor ongebruikte protocollen.
Schakel IPv4 in voor gebruik van de Pure IPv4 -omgeving van NetWare 5/5.1, NetWare 6/6.5.
Druk op de toets [Escape] totdat het scherm teruggaat naar het menu [Netwerk].
Als u IPv4 gebruikt, wijst u het IPv4-adres aan de printer toe. Druk op de toets [
] of [
] om [Apparaat IPv4 adres], te selecteren en druk vervolgens op de toets [OK].

Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor het IP-adres voor de printer.
Om het IP-adres te specificeren, drukt u op [IP-adres].

Wijs ook het subnetmasker en gateway-adres toe als u IPv4 gebruikt. Druk op [Subnet M] of [Gateway] om dit te doen.
Druk op de toets[
] of [
] om het adres in te voeren en druk dan op de toets [OK].
Druk op de toets [
] of [
] om in het meest linkse invoerveld van het adres te komen. Druk nadat u het veld heeft ingevuld op de toets[
] en vervolgens kunt u het volgende veld invullen. Druk op de toets [OK] nadat u alle velden heeft ingevuld. Gebruik dezelfde methode om het subnetmasker en gateway-adres toe te wijzen.
Wijzig het IP-adres van "11.22.33.44" in een IP-adres dat wordt ondersteund door uw netwerk.
Druk op de toets [
] of [
] om [Specificeer] te selecteren, en druk vervolgens op de toets [OK].

Als u [Specificeren] in deze stap niet selecteert, wordt het door u ingestelde adres niet opgeslagen.
Druk op de toets [Menu] om naar het beginscherm terug te keren.
Druk een configuratiepagina af om de instellingen te controleren.
![]()
Zie de Verkorte Installatiehandleiding voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina.