Koptekst overslaan
 

Een IP-adres specificeren (Geen DHCP)

Volg deze procedure om een specifiek IP-adres aan de printer toe te voegen. Dit is alleen nodig wanneer u de printer gaat gebruiken op een netwerk zonder DHCP, of wilt voorkomen dat het IP-adres van de printer verandert.

Zorg dat u voor u begint, het IP-adres, subnetmasker en gateway-adres kent dat de printer gaat gebruiken.

1Druk op de toets [Menu].

Afbeelding menutoets

2Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Host interface] te selecteren, en druk vervolgens op de toets [OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

3Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om[Netwerk] te selecteren, en druk vervolgens op de toets [OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

4Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Effectief protocol] te selecteren, en druk vervolgens op de toets [OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

5Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om het van toepassing zijnde netwerkprotocol te selecteren en druk vervolgens op de toets [OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

6Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Actief] of [Niet-actief] te selecteren, en druk dan op de toets [OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

Stel andere benodigde protocollen op dezelfde manier in.

  • Selecteer [Inactive] voor ongebruikte protocollen.

  • Schakel IPv4 in voor gebruik van de Pure IPv4 -omgeving van NetWare 5/5.1, NetWare 6/6.5.

7Druk op de toets [Escape] totdat het scherm teruggaat naar het menu [Netwerk].

8Als u IPv4 gebruikt, wijst u het IPv4-adres aan de printer toe. Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Apparaat IPv4 adres], te selecteren en druk vervolgens op de toets [OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor het IP-adres voor de printer.

9Om het IP-adres te specificeren, drukt u op [IP-adres].

Illustratie scherm bedieningspaneel

Wijs ook het subnetmasker en gateway-adres toe als u IPv4 gebruikt. Druk op [Subnet M] of [Gateway] om dit te doen.

10Druk op de toets[Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om het adres in te voeren en druk dan op de toets [OK].

Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om in het meest linkse invoerveld van het adres te komen. Druk nadat u het veld heeft ingevuld op de toets[Pijl-rechts] en vervolgens kunt u het volgende veld invullen. Druk op de toets [OK] nadat u alle velden heeft ingevuld. Gebruik dezelfde methode om het subnetmasker en gateway-adres toe te wijzen.

  • Wijzig het IP-adres van "11.22.33.44" in een IP-adres dat wordt ondersteund door uw netwerk.

11Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Specificeer] te selecteren, en druk vervolgens op de toets [OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

Als u [Specificeren] in deze stap niet selecteert, wordt het door u ingestelde adres niet opgeslagen.

12Druk op de toets [Menu] om naar het beginscherm terug te keren.

13Druk een configuratiepagina af om de instellingen te controleren.

Opmerking

  • Zie de Verkorte Installatiehandleiding voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina.