Foutberichten op het bedieningspaneel

Er is een fout opgetreden in de netwerkfunctie van de netwerkinterfacekaart (Ethernet-kaart).

Zie Fout met netwerkinterfacekaart.

De inktopvangeenheid is niet op de juiste wijze geïnstalleerd. Stel de inktopvangeenheid op de juiste wijze in.

Zie Inktopvangeenheid niet gedetecteerd.

De inktopvangeenheid is vol. Vervang de inktopvangeenheid.

Zie Informatie vragen.

De inktopvangeenheid is bijna vol. Zorg dat u een nieuwe inktopvangeenheid bij de hand heeft.

Zie Informatie vragen.

De inkt is bijna op. Vervang de printcartridge.

Zie Een printcartridge vervangen.

De inkt in de aangegeven cartridge is bijna op. Vervang de aangegeven printcartridge.

Zie Een printcartridge vervangen.

Het papier kon niet uit de opgegeven papierlade door de printer worden gevoerd. Druk op de toets [Paginadoorvoer / Koppen schoonmaken] om het papier door te voeren.

Zie De toets [Paginadoorvoer / Printerkoppen schoonmaken] gebruiken om vastgelopen papier te verwijderen.

De printer is bezig met afdrukken.

De printer is gereed om af te drukken.

De bovenklep of achterklep is open. Sluit de bovenklep of achterklep.

Zie Klep open.

Er is een fout opgetreden.

Schakel de printer uit en vervolgens weer aan. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als het bericht opnieuw wordt weergegeven.

Zie Informatie vragen.

De printer is offline. Stel de printer in op online als u wilt afdrukken.

De printer is te heet of te koud om op te starten. Wacht totdat "Gereed" op het bedieningspaneel verschijnt.

De geleiderplaat is open. Sluit de geleiderplaat.

Er is geen printcartridge geïnstalleerd. Installeer de printcartridge op de juiste wijze.

Zie Klep open/printcartridge(s) niet gedetecteerd.

Een moment geduld.

De printer is in de energiespaarstand. De printer is gereed voor gebruik.

De temperatuur is abnormaal hoog.

Schakel de printer uit en vervolgens weer aan. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als het bericht opnieuw wordt weergegeven.

Zie Buiten afdrukbaar temperatuurbereik.

De temperatuur is abnormaal laag.

Schakel de printer uit en vervolgens weer aan. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als het bericht opnieuw wordt weergegeven.

Zie Buiten afdrukbaar temperatuurbereik.

De printer is bezig met het opnieuw initialiseren van een afdruktaak.

Een moment geduld.

De printer wijzigt de instellingen. Een moment geduld.

Het papier in de geselecteerde lade is op.

Plaats papier in de lade. U kunt ook op de toets [Paginadoorvoer / Printerkoppen schoonmaken] drukken en vervolgens afdrukken. Als u de afdruktaak wilt annuleren, drukt u op de toets [Job Reset].

Zie Geen papier/Lade wordt niet gedetecteerd (lade 1).

De grootte van het papier in de geselecteerde lade komt niet overeen met de opgegeven papiergrootte.

Vul de lade met papier van het opgegeven formaat en wijzig daarna de papierformaatinstelling voor de lade op het bedieningspaneel. Anders kunt u drukken op de toets [Paginadoorvoer / Koppen reinigen] en daarna afdrukken. Om de afdruktaak te annuleren, druk op de [Job Reset]-toets.

Zie Geen papier/Lade wordt niet gedetecteerd (lade 1).

Het type papier in de geselecteerde lade komt niet overeen met het opgegeven papiertype.

Vul de lade met papier van het opgegeven formaat en wijzig daarna de papiertypeinstelling voor de lade op het bedieningspaneel. Anders kunt u drukken op de toets [Paginadoorvoer / Koppen reinigen] en daarna afdrukken. Om de afdruktaak te annuleren, druk op de [Job Reset]-toets.

Zie Geen papier/Lade wordt niet gedetecteerd (lade 1).

U heeft op een vergrendelde toets gedrukt. Ontgrendel de toets.

Zie Printerfuncties beperken.

De lade 1 is niet op de juiste wijze geïnstalleerd. Installeer de lade 1 opnieuw op de juiste manier.

Zie Klep open/lade niet gedetecteerd (lade 1).

De positie van de envelopkiezer en het opgegeven papiertype komen niet overeen. Dit bericht wordt ook weergegeven als de envelopkiezer en het opgegeven soort papier niet overeenkomen. Dit bericht wordt ook weergegeven als de envelopkiezer is ingesteld op de positie (achter) wanneer onderhoud wordt verricht. Zorg dat u de envelopkiezer op de juiste positie instelt.

Zie Positie envelopkiezer komt niet overeen.

De printer is bezig met het schoonmaken of doorspoelen van de printerkoppen. Een moment geduld.

De rechtervoorklep staat open. Sluit de klep van de printcartridge.

Zie Klep open/printcartridge(s) niet gedetecteerd.

Er is papier vastgelopen in lade 1. Verwijder het vastgelopen papier.

Zie Vastgelopen papier verwijderen uit lade 1 .

Er is nog steeds vastgelopen papier aan de binnenkant van de printer.

Verwijder het vastgelopen papier.

Zie Vastgelopen papier verwijderen rondom de geleiderplaat en Als het niet lukt om vastgelopen papier te verwijderen.

Er is papier vastgelopen onder de bovenklep. Verwijder het vastgelopen papier.

Zie Papier verwijderen dat is vastgelopen onder de bovenklep.

De linkerklep is open. Sluit de linkerklep.

Zie Klep open.