Als de testafdruk mislukt

Mogelijk is het stroomsnoer of de USB- of Ethernet-kabel niet op de juiste wijze bevestigd.

Controleer of het stroomsnoer en de USB- of Ethernet-kabel op de juiste wijze zijn bevestigd.

Mogelijk is de poortaansluiting niet op de juiste wijze ingesteld.

1. Wijs in het menu [Start] naar [Instellingen], en klik daarna op [Printers].

2. Klik op het pictogram van de printer en klik vervolgens op [Eigenschappen] in het menu [Bestand].

3. Klik op het tabblad [Details] (Windows 2000/XP/Vista, Windows Server 2003, Windows NT 4.0: het tabblad [Poorten]), en controleer vervolgens de printerpoort.

• Selecteer USB of netwerkprinter in de lijst wanneer de geselecteerde poortaansluiting iets anders is dan USB of netwerkprinter.

• Als u verbinding wilt maken via USB, maar USB niet in de lijst wordt weergegeven, moet u het printerstuurprogramma opnieuw installeren. Zie USB-verbinding wordt niet automatisch gedetecteerd.

De inkttoevoer is nog niet voltooid.

Inkt wordt automatisch naar de printerkoppen gevoerd wanneer de printer voor de eerste keer wordt ingeschakeld of wanneer een cartridge wordt vervangen.

Wacht totdat de inkttoevoer is voltooid. De toets [Stroom] stopt dan met knipperen en blijft branden.

De printer is offline.

Controleer of de online-indicator van de printer brandt. Als de printer offline is, drukt u op de toets [Online] op het bedieningspaneel om de printer weer online te zetten.

Er is een printerfout opgetreden.

Gebruik het bedieningspaneel om te controleren of er een printerfout is ontstaan. Als dit het geval is, repareer de fout en druk opnieuw af.