De virtuele printer gebruiken
De virtuele printer is een denkbeeldige printer die alleen herkend kan worden op een netwerk. De virtuele printer heeft verschillende afdrukopties, zoals het selecteren van de invoerlade en dubbelzijdig afdrukken. Deze kunt u vooraf instellen. U kunt ook de 'afdrukken onderbreken' functie gebruiken. Deze functie onderbreekt de taken die verwerkt worden of in de afdrukrij staan en geeft een nieuwe taak prioriteit. Als u de virtuele printer onder UNIX, Solaris of een ander besturingssysteem gebruikt, dan zijn er verscheidene afdrukfuncties mogelijk zonder dat u de gewoonlijke afdrukopdrachten handmatig hoeft in te voeren.
Open uw internetbrowser.
Typ "http://(IP-adres of hostnaam van het apparaat)/" in de adresbalk om toegang te krijgen tot de printer waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
De bovenste pagina van Web Image Monitor verschijnt.Klik op [Inloggen].
Het dialoogvenster voor het opgeven van uw gebruikersnaam en wachtwoord wordt weergegeven.Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op [Inloggen].
Neem contact op met de beheerder voor meer informatie over de instellingen.
Afhankelijk van de configuratie in uw internetbrowser kunt u de gebruikersnaam en het wachtwoord mogelijk opslaan. Als u dat niet wilt, configureert u uw internetbrowser zodanig dat deze informatie niet wordt opgeslagen.Klik op [Configuratie] in het menu [Apparaatbeheer].
Klik onder "Printer" op [Virtuele printerinstellingen].
Klik op [Toevoegen].
Geef bij "Virtuele printernaam" een naam op voor de nieuwe printer en selecteer het protocol in de lijst "Protocol".
U kunt kiezen uit de volgende protocollen: [TCP/IP (Niet gespecificeerd, Normaal)], [TCP/IP (niet gespecificeerd, prioriteit)], [TCP/IP (RHPP)], [TCP/IP (DIPRINT)].
Als u [TCP/IP (DIPRINT)] selecteert in de lijst "Protocol", kunt u niet de naam van een virtuele printer opgeven.Klik op [OK].
Klik op [Uitloggen].
Sluit Web Image Monitor af.
U kunt een virtuele printernaam opgeven met maximaal 48 tekens.
U kunt tot 50 virtuele printers toevoegen.
De virtuele printer inschakelen
Log in bij Web Image Monitor in de beheerdersmodus.
Klik op [Configuratie] in het menu [Apparaatbeheer].
Klik onder "Printer" op [Basisinstellingen].
Selecteer [Actief] bij "Virtuele printer" en klik op [OK].
Klik op [Uitloggen].
Sluit Web Image Monitor af.
Een virtuele printer verwijderen
Log in bij Web Image Monitor in de beheerdersmodus.
Klik op [Configuratie] in het menu [Apparaatbeheer].
Klik onder "Printer" op [Virtuele printerinstellingen].
Selecteer de virtuele printer die u wilt verwijderen en klik op [Verwijderen].
Klik op [OK].
Klik op [Uitloggen].
Sluit Web Image Monitor af.
U kunt de standaard virtuele printer niet verwijderen.
Open uw internetbrowser.
Typ "http://(IP-adres of hostnaam van het apparaat)/" in de adresbalk om toegang te krijgen tot de printer waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
De bovenste pagina van Web Image Monitor verschijnt.Klik op [Inloggen].
Het dialoogvenster voor het opgeven van uw gebruikersnaam en wachtwoord wordt weergegeven.Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in en klik op [Inloggen].
Neem contact op met de beheerder voor meer informatie over de instellingen.
Afhankelijk van de configuratie in uw internetbrowser kunt u de gebruikersnaam en het wachtwoord mogelijk opslaan. Als u dat niet wilt, configureert u uw internetbrowser zodanig dat deze informatie niet wordt opgeslagen.Klik op [Configuratie] in het menu [Apparaatbeheer].
Klik onder "Printer" op [Virtuele printerinstellingen].
Selecteer de virtuele printer waarvan u de configuratie wilt wijzigen en klik op [Wijzigen].
Wijzig de configuratie en klik op [OK].
Als u deze virtuele printer wilt configureren als een printer voor afdrukken in de modus Onderbreken, selecteert u [TCP/IP (niet gespecificeerd, prioriteit)] in de lijst "Protocol".Klik op [Uitloggen].
Sluit Web Image Monitor af.
Raadpleeg de Help van Web Image Monitor voor meer informatie over het configureren van een virtuele printer.
De configuratie van een virtuele printer controleren
Om via een virtuele printer af te drukken, moet u een waarde voor Virtuele printernaam opgeven. Gebruik de volgende procedure om de waarde voor Virtuele printernaam en de configuratie ervan te controleren.
Open uw internetbrowser.
Typ "http://(IP-adres of hostnaam van het apparaat)/" in de adresbalk om toegang te krijgen tot de printer waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
De bovenste pagina van Web Image Monitor verschijnt.Klik op [Configuratie] in het menu [Apparaatbeheer].
Klik onder "Printer" op [Virtuele printerinstellingen].
Selecteer de virtuele de printer waarvan u de configuratiedetails wilt bevestigen en klik op [Details].
[Details] wordt niet weergegeven als u als beheerder inlogt bij Web Image Monitor. Klik op [Wijzigen] om de huidige configuratie van de virtuele printer te bevestigen.
Als de virtuele printer is ingesteld op [Inactief] in "Virtuele printer", wordt de lijst van beschikbare virtuele printers niet weergegeven. Stel de virtuele printer in op [Actief]. U moet als beheerder inloggen om de virtuele printer op [Actief] te zetten. Voor meer informatie raadpleegt u Een virtuele printer toevoegen.
Als u rechtstreeks wilt afdrukken vanaf een opgegeven virtuele printer, wijst u de virtuele printer toe in de printopdracht. Als u de onderbrekingsfunctie gaat gebruiken, voer dan de naam van de virtuele printer in die u geconfigureerd hebt voor afdrukken onderbreken. Voordat u voor het eerst gaat afdrukken, geeft u de virtuele printer op die u wilt gebruiken.
Hierna volgen voorbeelden van commando's die gebruikt kunnen worden voor het rechtstreeks afdrukken van PDF-bestanden:
lpr
C:\>lpr -S "IP-adres van printer" [-P "naam virtuele printer"] [-ol] \pad\bestandsnaam
ftp
ftp> put \pad\bestandsnaam [naam virtuele printer],