ifconfig
Gebruik de opdracht "ifconfig" om IP-adressen, subnetmaskers of uitzendadressen weer te geven en te configureren met TCP/IP. Gebruik deze opdracht ook om standaardgatewayadressen weer te geven met TCP/IP.
Neem voor de bovenstaande adressen contact op met uw netwerkbeheerder. Gebruik de standaardconfiguratie als u geen instellingadressen kunt verkrijgen.
Instellingen bekijken
msh> ifconfig
IPv4-configuratie
msh> ifconfig "interfacenaam" "adres"
Als u geen interfacenaam hebt ingevoerd, wordt die automatisch op de Ethernet-interface ingesteld.
Wlan kan alleen worden opgegeven wanneer de IEEE 802.11-interface geïnstalleerd is.
Interface
Interface geconfigureerd
ether
Ethernet interface
wlan
IEEE 802.11-interface
Hieronder wordt uitgelegd hoe u een IPv4-adres 192.168.15.16 op een ethernet-interface configureert.
msh> ifconfig ether 192.168.15.16
IPv6-configuratie
msh> ifconfig "interfacenaam" inet6 "adres" "prefixlen[1–128]"
In het volgende gedeelte wordt uitgelegd hoe u het IPv6-adres 2001:DB8::100 met prefixlengte 64 kunt configureren voor een ethernet-interface.
msh> ifconfig ether inet6 2001:DB8::100 64
Netmask-configuratie
msh> ifconfig "interfacenaam" netmask "adres"
Hieronder ziet u hoe u het subnetmask 255.255.255.0 kunt configureren voor een ethernet-interface.
msh> ifconfig ether netmask 255.255.255.0
Configuratie van het broadcastadres
msh> ifconfig "interfacenaam" broadcast "adres"
De interface wijzigen
msh> ifconfig "interface" up
Wanneer u de optionele IEEE 802.11 interface-eenheid gebruikt, kunt u ofwel de ethernet- ofwel IEEE 802.11-interface opgeven.
Het IP-adres, het subnetmasker en het broadcast-adres zijn dezelfde als die van de ethernet-interface en de IEEE 802.11-interface.
De TCP/IP-configuratie is voor de ethernet- en IEEE 802.11-interface gelijk. Wanneer de interface wordt gewijzigd, neemt de nieuwe interface de configuratie over.
Gebruik "0x" als de eerste twee letters van een hexadecimaal adres.