Met deze functie worden de afdrukvolumelimieten voor elke gebruiker opgegeven. Indien het aantal afdrukvolumes dat elke gebruiker kan opgeven het maximum heeft bereikt, worden de afdruktaken geannuleerd en verschijnt een bericht dat aangeeft dat het afdrukvolume het maximum heeft bereikt.
Als u Centraal beheer inschakelt, kunt u opgeven of u gebruik wilt maken van Centraal beheer voor het beheren van afdrukvolumes. Voor meer informatie over Centraal beheer, zie Apparaatbeheer.
Afdrukvolume
Het afdrukvolume wordt berekend door het aantal afgedrukte pagina's te vermenigvuldigen met een zogenaamde eenheidwaarde.
De eenheidwaarde kan worden opgegeven aan de hand van de afdrukvoorwaarde. Voorbeeld: als een pagina wordt afgedrukt met een eenheidwaarde van 10, is het afdrukvolume 10.
Het afdrukvolume wordt voor elke gebruiker gevolgd.
Item |
Uitleg |
Instelling |
|---|---|---|
Actie v app. als limiet is bereikt |
Specificeer of het afdrukvolume moet worden beperkt en op welke manier de afdrukken beperkt moeten worden.
Wanneer Centraal beheer is ingeschakeld en "Afdrukvolumegebruik beperken" is ingesteld op [Centraal beheren] op de beheerserver, dan wordt de instelling op de beheerserver toegepast op de beheerde clients. |
|
Afdrukvolumegebruik beperken: telinstelling per eenheid |
Voor elk van de afdrukvoorwaarden geeft u een paginatelinstelling per eenheid op tussen 0 en 200. Een afdrukvoorwaarde is een combinatie van papierformaat en functie. De standaard paginatelinstelling voor elke afdrukvoorwaarde is 1. Papierformaat "A3/DLT" geeft A3/DLT (11 × 17) of een groter papierformaat aan. "Anderen" geeft een kleiner papierformaat dan A3/DLT (11 × 17) aan. Zelfs wanneer Centraal beheer is ingesteld, wordt de instelling op het apparaat die gebruikt wordt voor afdrukken toegepast. |
Bij gebruik van Type 1, 2 of 3
Bij gebruik van Type 4 of 5
|
Opmerkingen voor afdrukvolumelimieten
Indien het volgende zich voordoet, is afdrukken niet mogelijk:
De log-in gebruikersnaam of gebruikerscode geregistreerd in het adresboek is gewijzigd terwijl de gebruiker ingelogd en geverifieerd was.
Als het volgende gebeurt, zal afdrukvolumebeheer niet juist functioneren:
Bij Windows- of LDAP-verificatie kan een gebruiker op dezelfde gebruikersaccount met meerdere log-in gebruikersnamen inloggen. Deze log-in namen staan als aparte gebruikers geregistreerd in het adresboek.
Afdrukvolumelimieten worden niet toegepast op de volgende bewerkingen:
Afdrukken via een besturingssysteem dat de actuele verificatiemethode niet ondersteunt.
Verwante onderwerpen
Beperkingen voor afdrukvolume specificeren