Als u onbevoegd gebruik wilt voorkomen, kunt u opgeven wie toestemming heeft om de functies van het apparaat te gebruiken.
Geef de beschikbare functies op voor de geregistreerde gebruikers. Met deze instelling kunt u de functies beperken die beschikbaar zijn voor gebruikers.
Wanneer u type 1, 2 of 3 gebruikt, kunt u beperkingen instellen op het gebruik van het kopieerapparaat, de documentserver, scanner, printer en uitgebreide functies.
Wanneer u Type 4 of 5 gebruikt, kunt u beperkingen instellen op het gebruik van de printerfunctie en op uitgebreide functies.
Log in als gebruikersbeheerder via het bedieningspaneel.
Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] (
) om het initiƫle instellingenscherm te sluiten.
Druk op [Adresboekmanagement].
Selecteer de gebruiker.

Druk op [Verif. info].

Druk tweemaal op [
Volg.].
Selecteer in "Beschikbare functies" de functies die u wilt opgeven.

Druk op [OK].
Log uit.