Hieronder vindt u de procedure om toepassingen bij te werken.
U kunt alle toepassingen in één keer bijwerken of ze per stuk selecteren.
![]()
Als beheerdersverificatie is opgegeven, kan alleen de apparaatbeheerder de toepassingen bijwerken. Om op het apparaat in te loggen als apparaatbeheerder, zie Beveiligingshandleiding.
Als er voor sommige toepassingen updates beschikbaar zijn, wordt er een paar tellen een bericht weergegeven bovenin het scherm als het scherm met de lijst met toepassingen wordt weergegeven.
![]()
Als [Melding van bijgewerkte toepassing] in [Melding van nieuwe update] in [Beheerde items] ingesteld is op [Uit], dan verschijnt deze melding niet. Voor meer informatie, zie Scherm met beheerde items.
U kunt op beschikbare updates controleren door op het tabblad [Toepas. bijwerken] in het [Beheermenu] te drukken. Als er een update beschikbaar is, ga dan naar stap 3.
Druk op [Bijwerken].
Druk op [Alles bijwerken] om alle weergegeven toepassingen bij te werken. Druk op [Bijwerken] per toepassing als u ze niet allemaal wilt bijwerken.
Als de firmware van het apparaat bijgewerkt moet worden om een toepassing bij te werken, wordt er een bevestigingsbericht weergegeven om de firmware te updaten. Volg de instructies op het scherm. U kunt de update onmiddellijk uitvoeren of een tijdstip opgeven waarop de update moet worden uitgevoerd. U kunt het opgegeven tijdstip later wijzigen of annuleren.
Druk op het bevestigingsscherm op [Bijwerken].
Er verschijnt een bericht wanneer de installatie is voltooid.
Druk op [Sluiten].
![]()
Zelfs nadat het bericht bij stap 1 is verdwenen, kunt u het scherm bij stap 3 openen door op Admin. Menu te drukken, dat in de rechterbovenhoek van het scherm met de lijst met toepassingen wordt weergegeven. Het aantal toepassingen dat kan worden bijgewerkt, wordt rechts van [Beheermenu] weergegeven.
![]()