Voor het registreren van gebruikerswachtwoorden kunt u alfanumerieke tekens en symbolen gebruiken.
U kunt tot 128 tekens van één byte invoeren.
De wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig. Houd hiermee rekening tijdens het registreren.
![]()
Geef het wachtwoord niet door aan derden. Schrijf evenmin het wachtwoord ergens neer waar anderen het kunnen zien.
Wijzig het wachtwoord regelmatig.
Zorg ervoor dat het wachtwoord moeilijk te raden is.
Wachtwoordbeleid
Dit apparaat heeft een wachtwoordbeleid.
Alleen wachtwoorden die aan de opgegeven criteria betreffende complexiteit en het minimale aantal tekens voldoen, kunnen geregistreerd worden. Voor meer informatie over de criteria, zie de Veiligheidshandleiding.
Wachtwoorden kunnen de volgende tekens bevatten:
Hoofdletters: A t/m Z (26 tekens)
Kleine letters: a t/m z (26 tekens)
Cijfers: 0 t/m 9 (10 tekens)
Symbolen: (spatie) ! " # $ % & ' ( ) * + , - . / : ; < = > ? @ [ \ ] ^ _` { | } ~ (33 tekens)
Bepaalde tekens zijn niet beschikbaar, ongeacht of de bijbehorende codes worden ingevoerd met het toetsenbord of het bedieningspaneel.
Het log-in wachtwoord wijzigen met behulp van het bedieningspaneel
Druk op [Home] (
) onderaan in het midden van het scherm.
Druk op het pictogram [Gebruikersinstellingen] (
).
Druk op [Apparaateigenschappen].
Druk twee keer op [Inloggen].
Voer een log-in gebruikersnaam in en druk dan op [OK].
Voer een log-in wachtwoord in en druk dan op [OK].
Druk op [Afsluiten].
Druk op [Adresboekbeheer].
Selecteer de gebruiker.
Druk op [Verif. info].
Druk op [Wijzigen] voor [Log-in wachtwoord].
Voer een nieuw log-in wachtwoord in en druk vervolgens op [OK].
Als er een bevestigingsscherm verschijnt, vult u nogmaals het log-in wachtwoord in en drukt u op [OK].
Druk op [OK].
Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] (
).
Druk op [Home] (
) onderaan in het midden van het scherm.
Het log-in wachtwoord wijzigen met behulp van Web Image Monitor
Open een internetbrowser.
Voer "http://(IP-adres van het apparaat of hostnaam)/" in op de adresbalk.
Klik op [Inloggen].
Voer de log-in gebruikersnaam en het log-in wachtwoord in en klik op [Inloggen].
Ga naar [Apparaatbeheer] en klik vervolgens op [Adresboek].
Selecteer de gebruiker of de groep.
Klik op [Wijzigen].
Klik op [Wijzigen] naast [Log-in wachtwoord] in het gedeelte [Verificatie-informatie].
Voer in het vak [Nieuw wachtwoord] het nieuwe wachtwoord in.
Voer in het vak [Wachtwoord bevestigen] het nieuwe wachtwoord in.
Klik drie keer op [OK].
Het log-in wachtwoord voor het printerstuurprogramma wijzigen
Klik in het menu [Start] op [Windows-systeem].
Klik op [Configuratiescherm].
Klik op [Apparaten en printers weergeven].
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor dit apparaat en klik vervolgens op [Afdrukvoorkeuren].
Het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren wordt weergegeven.
Geef de instelling voor gebruikersverificatie op.
Als u het PCL 6-printerstuurprogramma gebruikt, klikt u op het tabblad [Uitgebreide Instelling] en klikt u achtereenvolgens op [Taaksetup] en [Verificatie...] in het gedeelte [Taaksetup].
Voer een log-in wachtwoord in dat reeds ingesteld is op het apparaat of de server voor gebruikersverificatie.
Geef hetzelfde log-in wachtwoord op als het wachtwoord dat geregistreerd is op het apparaat of de server.
Als u geen geldig log-in wachtwoord opgeeft, zal het afdrukken niet starten.
Klik op [OK] om het dialoogvenster [Verificatie] te sluiten.
Klik op [OK] om het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren te sluiten.