Druk op het pictogram van de geavanceerde eigenschappen op het [Home]-scherm om deze te openen. Vanuit hier kunt u de eigenschap selecteren die u wilt gebruiken.
Druk op [Home] (
) onderaan in het midden van het scherm.
Druk op de functie die u wenst te gebruiken.
![]()
De items die op het scherm [Home] worden weergegeven, verschillen naar gelang het type en het aantal geïnstalleerde geavanceerde eigenschappen, etc.
Vraag de beheerder naar algemene handelingen van geavanceerde eigenschappen.
Het bedieningspaneel kan maximaal 25 pictogrammen bevatten. Als het pictogram dat of de functie die u wilt gebruiken niet wordt weergegeven op het Home-scherm, veegt u het scherm naar links of rechts om tussen de schermen te schakelen.