Tijdens het kopiëren kunt u de instellingen voor de volgende kopieeropdracht opgeven.
U kunt tot tien taken vooraf instellen voor de kopieerfunctie en voor de functie Document Server. Als de huidige kopieeropdracht klaar is, start de volgende opdracht automatisch.
Druk op [Nieuwe taak] als het dialoogvenster “Kopiëren...” verschijnt.

Controleer of de melding “Gereed” wordt weergegeven en stel dan de volgende kopieeropdracht in.
Plaats de originelen en druk vervolgens op de [Start]-knop.
Alle originelen worden gescand.
Zodra de huidige kopieeropdracht is voltooid, wordt de volgende kopieeropdracht automatisch gestart.
![]()
U kunt de vooraf ingestelde kopieeropdrachten bevestigen en wissen. Voor meer informatie over de procedures, zie Voorbereiding.
Weergave van vooraf ingestelde taken
De vooraf ingestelde taken worden als hieronder weergegeven.

Taak die wordt afgedrukt
Druk op [Afdrukken] om terug te keren naar het kopieerscherm.
Taaknummer
De taken zijn geregistreerd als taaknummers, die worden weergegeven in het scherm Takenlijst.
Wachtende taak
Gereserveerde taken worden ook weergegeven.
![]()
Wanneer er meer dan tien taken opgegeven zijn, inclusief taken voor andere functies, dan verschijnen er scroll toetsen.
De taakinhoud controleren
Selecteer het nummer van de taak waarvan u de inhoud wilt controleren.

Druk op [Taak wijzigen].
Het controleren van de inhoud van de taak.
Druk op [OK].
De taakinhoud wijzigen
Selecteer het nummer van de taak die u wilt wijzigen.

Druk op [Taak wijzigen].
Wijzig de inhoud en druk vervolgens op [OK].
Druk in het bevestigingsdialoogvenster op [Wijzigen].
Een taak verwijderen
Selecteer het taaknummer dat u wilt verwijderen.

Druk op [Taak verw.].
Druk in het bevestigingsdialoogvenster op [Verwijderen].