Plaats enveloppen in de papierlade.
Voor meer informatie over het plaatsen van enveloppen, zie Voorbereiding.
Druk op [Lade Papierinstellingen] linksboven op het scherm.
Selecteer de papierlade op het tabblad [Papierlade] waarin u de enveloppen hebt geplaatst.
Wanneer u het papiertype of gewicht van enveloppen wilt opgeven, moet u controleren of [Handmatig instellen] is geselecteerd.
Wanneer u de papierinstellingen voor enveloppen opgeeft door deze via een geregistreerd aangepast papier toe te wijzen, selecteert u [Toewijzen vanuit mediacatalogus]. Selecteer het gewenste aangepaste papiertype en druk vervolgens op [Toew. aan lade].
Ga door naar de volgende stap als u de instellingswaarden handmatig wilt instellen. Wanneer u de instellingswaarden vanuit de mediacatalogus heeft toegewezen, gaat u door naar stap 9.
Druk op [Instel. bewerk.].
Druk op [Papierformaat] en selecteer de grootte van de enveloppen.
Druk op [Papiergewicht] en selecteer het papiergewicht van de envelop.
Druk op [Papiertype] en selecteer het gewenste item.
Druk op [Pap. opslaan].
Druk op [Home] (
) onderaan in het midden van het scherm.