Als het juiste papierformaat niet beschikbaar is
Als er in het apparaat geen papier is geplaatst dat overeenkomt met het formaat van een ontvangen document, kiest het apparaat een papierformaat op basis van het papier dat beschikbaar is.
Als u een ander papierformaat in de papierlade heeft ingesteld, worden inkomende faxdocumenten afgedrukt of het formaat dat het ingestelde formaat het dichtst benadert.
Als in uw apparaat bijvoorbeeld geen A5 (81/2 × 51/2) is geplaatst en u ontvangt een document in A5 (81/2 × 51/2)-formaat, dan wordt het document afgedrukt op A4-papier (81/2 × 11). Als in uw apparaat geen A4 (81/2 × 11) is geplaatst en u ontvangt een document van A4-formaat (81/2 × 11), dan wordt het document op twee vellen A5 afgedrukt (81/2 × 51/2).
Deze functie is alleen beschikbaar als de volgende instellingen zijn uitgevoerd:
Verkleining in sub-scanrichting: ingeschakeld
Maximale paginasplitsing: 20 mm (0,8 inch)
Prioriteit breedte of lengte: breedte

Het document wordt verspreid over twee vellen papier, afhankelijk van het papierformaat. Raadpleeg Paginasplitsing en lengteverkleining.
Papier dat in de handinvoerlade is geplaatst, wordt doorgaans niet geselecteerd voor het afdrukken van een ontvangen document. U kunt deze lade echter gebruiken als u de handinvoer selecteert als de hoofdpapierlade bij ontvangst met specifieke afzenders.
Breedtes die dit apparaat kan ontvangen zijn A4 en 81/2 × 11. Documenten smaller dan A4 of 81/2 × 11 worden ontvangen op de breedtes A4 of 8 1/ 2 × 11. De lengte van documenten hangt van het document zelf af.
Het papierformaat waarop het ontvangen document wordt afgedrukt, kan afwijken van het formaat van het origineel.
Als papier van hetzelfde formaat in meerdere lades is geplaatst, kunt u het apparaat de ene lade laten gebruiken voor de ene functie en de andere lade voor een andere functie.
Bijvoorbeeld: u plaatst A4-papier in lade 1 voor het maken van kopieën en geel A4-papier in lade 2 voor het afdrukken van ontvangen faxberichten. U kunt dan goed zien voor welk doeleinde het papier is bestemd.
U kunt deze instelling uitvoeren in de volgende instellingen. Zie de gebruikershandleiding van uw apparaat.
Schermtype Instellingen: Standaard
[Lade-/papierinstellingen]
[Papierladeprioriteit]
[Papierladeprioriteit: Fax]Schermtype Instellingen: Klassiek
[Systeeminstellingen]
tabblad [Lade-/papierinstellingen]
[Papierladeprioriteit: Fax]

Wanneer een document met een ander formaat dan de prioriteitslade wordt ontvangen, wordt de lade met hetzelfde papierformaat als het ontvangen document gebruikt.
Als u deze functie inschakelt, worden ontvangen documenten afgedrukt op het vel met de hoogste prioriteit.
U kunt deze functie inschakelen door de volgende instellingen te gebruiken. Zie de gebruikershandleiding van uw apparaat.
Schermtype Instellingen: Standaard
[Faxeigenschappen]
[Ontvangst instellingen]
[Afdrukinstellingen ontvangstbestand]
[Exact formaat afdrukken]Schermtype Instellingen: Klassiek
[Faxeigenschappen]
tabblad [Oorspr. instellingen]
[Parameterinstelling] (schakelaar 05, bit 5)
Als de papierlade papier geen papier van het geschikte formaat bevat om een ontvangen document af te drukken, verschijnt de melding Geen papier aanwezig. op het bedieningspaneel die aangeeft dat papier van het juiste formaat moet worden geplaatst. Als u nieuw papier heeft geplaatst, drukt u op [Afsluiten] om het document af te drukken.

Nadat u op [Afsluiten] heeft gedrukt, is de procedure afhankelijk van de apparaatstatus op het moment dat het bericht werd weergegeven.
Als er ontvangen documenten of rapporten automatisch werden afgedrukt, gaat de printer automatisch verder met afdrukken vanaf het punt waar hij was gestopt.
Als er handmatig documenten of rapporten zijn afgedrukt, gaat de printer niet door met afdrukken. Voer de handelingen nogmaals vanaf het begin uit.
U kunt documenten van opgegeven afzenders afdrukken op papier uit de handinvoer.
Ga via [Speciale zender programmeren] in het menu Faxeigenschappen als volgt te werk:
Programmeer een speciale afzender en selecteer de handinvoer als papierlade.
Schakel [Functie Speciale ontvangst] in [Oorspronkelijke setup] in.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw apparaat voor meer informatie over Speciale zender programmeren.
U kunt een papierformaat dat niet in de papierlade(n) kan worden geplaatst, gebruiken in de handinvoer.

Voor meer informatie over de papiercapaciteit van de handinvoer, papierformaten die automatisch kunnen worden herkend en papier van aangepast formaat dat u kunt plaatsen, zie de Gebruikershandleiding van uw apparaat.
Als u papier plaatst van een formaat dat niet herkend kan worden, moet u het papierformaat opgeven. Als het formaat van het papier in de handinvoer niet overeenkomt met het opgegeven papierformaat, verschijnt er een bericht waarin u gevraagd wordt papier van het opgegeven formaat te plaatsen. Als u het papier heeft geplaatst, drukt u op [Afsluiten] om het document af te drukken.
Documenten die op papier dat kleiner is dan A4 (81/2 × 11) worden afgedrukt, worden mogelijk ingekort of verdeeld over meerdere vellen.
Papier dat te groot is kan kreuken, niet worden verzonden of vastlopen.
Het afdrukgebied is afhankelijk van de apparaatconfiguratie, de resolutie en de verticale lengte van originelen.
Als u deze functie gebruikt, zijn 'Beeldrotatie' en 'Afdrukken 180 graden draaien' niet mogelijk.