Voorbereiding op het gebruik van de WSD-scanner (ophaaltype)

WSD-scanner (ophaaltype)

Daarmee kunt u via het netwerk scanverzoeken naar dit apparaat sturen vanaf een clientcomputer. Om een scantaak te starten, stuurt u een scanverzoek vanaf een clientcomputer.

Genummerde illustratie van het verzenden van scanbestanden met de WSD-scanner (ophaaltype)

  1. Uw computer
    Geef het apparaat de opdracht om het origineel dat in het apparaat is geplaatst, te scannen.
    Windows Vista of hoger en Windows Server 2008 of hoger ondersteunen WSD-functies.

  2. Dit apparaat
    Het origineel dat in het apparaat is geplaatst, is gescand en de gegevens zijn verzonden naar de clientcomputer.

Als u scanbestanden met behulp van WSD wilt verzenden, moet u eerst het volgende doen:

  • Schakel WSD in met Web Image Monitor

  • Registreer het apparaat bij een clientcomputer

WSD inschakelen met Web Image Monitor

Als u dit apparaat als een WSD-scanner wilt gebruiken, moet u eerst de volgende instellingen configureren met Web Image Monitor op een clientcomputer:

  • Instellingen om WSD (verzendtype) in te schakelen

    • WSD-protocol (standaardinstelling: [Actief])
      Als u IPv4 wilt gebruiken, klikt u op [Apparaatbeheer], klikt u op [Configuratie], klikt u op [IPv4] onder [Netwerk] en schakelt u [WSD (Device)] en [WSD (Scanner)] in.
      Als u IPv6 wilt gebruiken, stelt u [WSD (Device)] of [WSD (Scanner)] voor IPv4 in op Inactief (uitgeschakeld).

      • In een IPv6-omgeving kan alleen het link-lokaal adres gebruikt worden voor WSD-communicatie.

    • [WSD-scanopdracht verbieden] (standaardinstelling: [Verbieden])
      Klik op [Apparaatbeheer], klik op [Configuratie], klik op [Oorspronkelijke instellingen] onder [Scanner] en stel [WSD-scanopdracht verbieden] in op [Niet verbieden].

Voer de volgende procedure uit om beide WSD's (ophaaltype) in te schakelen.

  1. Voer "http:// (IPv4-adres of hostnaam machine)/" in de adresbalk van de internetbrowser van de clientcomputer in en druk vervolgens op [Enter].

  2. Klik op [Inloggen].

  3. Voer bij [Log-in gebruikersnaam] en [Log-in wachtwoord] respectievelijk de gebruikersnaam en het wachtwoord voor inloggen in, en klik op [Inloggen].
    Raadpleeg uw beheerder als u een log-in gebruikersnaam en wachtwoord nodig heeft.

  4. Selecteer [Apparaatbeheer] in het menu aan de linkerkant en klik op [Configuratie].

  5. Klik onder [Scanner] op [Oorspronkelijke instellingen].

  6. Selecteer [WSD] bij [WSD of DSM gebruiken].

  7. Stel [WSD-scanopdracht verbieden] in op [Niet verbieden].

  8. Klik op [OK].

Opmerking

  • Raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw apparaat voor meer informatie over het weergeven van Web Image Monitor. Raadpleeg de Help van Web Image Monitor voor meer informatie over Web Image Monitor.

Terug naar bovenkant sectie

Het apparaat registreren op een clientcomputer

Ga als volgt te werk om dit apparaat te registreren bij een Windows 10-clientcomputer.

Belangrijk

  • Om het apparaat te registreren, dient u zich in te loggen als beheerder.

  • De clientcomputer kan het apparaat niet herkennen als beide apparaten zich in verschillende netwerksegmenten bevinden of als de instelling 'Netwerk zoeken' van Windows 10 is uitgeschakeld. Voor meer informatie, zie de Windows Help-functie.

  1. Scroll in het menu [Start] van die clientcomputer naar W, klik op Windowssysteem en klik op [Configuratiescherm].

  2. Klik in het menu [Hardware en Geluid] op [Een apparaat toevoegen] en selecteer dit apparaat.

  3. Klik op [Volgende].

Opmerking

  • Als de registratie voltooid is, wordt het scanprofiel automatisch gecreëerd. Zie Een scanprofiel wijzigen om het scanprofiel te wijzigen.

Terug naar bovenkant sectie

x

QR Code