Toegangsrechten voor opgeslagen bestanden opgeven
Als gebruikersverificatie is ingesteld, kunt u toegangsrechten voor opgeslagen bestanden opgeven wanneer u deze opslaat op de Document Server. U kunt ook de toegangsrechten van bestanden wijzigen nadat deze zijn opgeslagen.
Als u de toegangsrechten wilt configureren of wijzigen, moet de gebruiker aangemeld zijn.
Voor meer informatie over in- en uitloggen, zie de Gebruikershandleiding van uw apparaat.
Geef de toegangsrechten op voordat u het bestand opslaat op de Document Server.
Druk op [Bestand opslaan].

Druk op [Toegangsprivileges].
Druk op [Nieuw progr.].
Selecteer de gebruikers of groepen aan wie u toestemming wilt verlenen.
U kunt meer dan één gebruiker selecteren.
Druk op [Alle gebruikers] om alle gebruikers te gebruikers te selecteren.Druk op [Afsluiten].
Selecteer de gebruiker aan wie u toegangsrechten wilt verlenen en selecteer de betreffende rechten.
U kunt kiezen uit de volgende toegangsrechten: [Alleen-lezen], [Bewerken], [Bew./Verw.] en [Totale controle].Druk op [Afsluiten].
Druk op [OK].
Sla bestanden op de Document Server op.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u toegangsrechten wijzigt voor een bestand dat is opgeslagen op de Document Server.
Druk op [Sel. opgesl. best.].

Selecteer de map waarin zich het bestand bevindt dat u wilt wijzigen.
Druk op [Best. beh./verw.].
Selecteer de documenten die u wilt wijzigen.
Druk op [Wijz. toeg.privil.].
Druk op [Progr/Wijz/Verwijd].
Als u een nieuwe gebruiker of groep wilt maken en toegangsrechten wilt toewijzen, drukt u op [Nieuw progr.].
Om de toegangsrechten van een geregistreerde gebruiker of groep te wijzigen, gaat u verder naar stap 10.Selecteer de gebruikers of groepen aan wie u toestemming wilt verlenen.
U kunt meer dan één gebruiker selecteren.
Druk op [Alle gebruikers] om alle gebruikers te gebruikers te selecteren.Druk op [Afsluiten].
Selecteer de gebruiker aan wie u toegangsrechten wilt verlenen en selecteer de betreffende rechten.
U kunt kiezen uit de volgende toegangsrechten: [Alleen-lezen], [Bewerken], [Bew./Verw.] en [Totale controle].Druk op [Afsluiten].
Druk op [OK].
Druk op [Resetten].