De wachttijd wijzigen tot de slaapstand wordt geactiveerd
Wanneer het apparaat gedurende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt of als er op [Energiesp.st.] (
) wordt gedrukt, gaat het apparaat in slaapstand om het energieverbruik te verlagen.
In de standaardinstelling is de tijd tot de slaapstand wordt geactiveerd, ingesteld op één minuut. U kunt de instelling wijzigen in elk getal tot 60 minuten, afhankelijk van het gebruik van het apparaat.
De tijd opgeven dat er moet worden gewacht voordat het apparaat in slaapstand gaat (Schermtype Instellingen: Standaard)
Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.
Druk op [Systeeminstellingen].

Druk op [Datum/Tijd/Timer]
[Timer]
[Slaapstandtimer] om het scherm Timer van Slaapstand weer te geven.
Geef de wachttijd tot de slaapstand wordt geactiveerd op met behulp van het numerieke toetsenblok.
U kunt een cijfer van 1 t/m 60 invoeren (in stappen van één minuut).

Druk op [OK].
Nadat de procedure is voltooid, drukt u op [Home] (
).

In de slaapstand kunt u ontvangen faxen of documenten vanaf de computer afdrukken.
De tijd opgeven dat er moet worden gewacht voordat het apparaat in slaapstand gaat (Schermtype Instellingen: Klassiek)
Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.
Druk op [Apparaateigenschappen].

Druk op [Systeeminstellingen]
op het tabblad [Tijd instellingen]
[Timer slaapstand] om het scherm Timer van Slaapmodus.
Geef de wachttijd tot de slaapstand wordt geactiveerd op met behulp van het numerieke toetsenblok.
U kunt een cijfer van 1 t/m 60 invoeren (in stappen van één minuut).

Druk op [OK].
Nadat de procedure is voltooid, drukt u op [Home] (
).

In de slaapstand kunt u ontvangen faxen of documenten vanaf de computer afdrukken.