Veelgebruikte functies toewijzen aan de functietoetsen
Door veelgebruikte functies toe te wijzen aan de functietoetsen, kunt u schakelen tussen de modi zonder te hoeven terugkeren naar het Home-scherm.

De functietoetsen worden niet weergegeven wanneer ze zijn uitgeschakeld in de volgende opties.
Schermtype Instellingen: Standaard
[Systeeminstellingen]
[Weergave/Invoer]
[Instelhulp toetsen/toetsenbord/invoer]
[Instellingen voor functietoetsen]Schermtype Instellingen: Klassiek
[Schermeigenschappen]
[Systeem]
[Apparaatinstellingen van scherm]
[Functietoets-instellingen]
De functie wijzigen die wordt toegewezen aan de functietoets (Schermtype Instellingen: Standaard)
U kunt de functies die zijn toegewezen aan de functietoetsen, wijzigen aan de hand van de volgende procedure:
Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.
Druk op [Systeeminstellingen].

Druk op [Weergave/Invoer]
[Instelhulp toetsen/toetsenbord/invoer]
[Instellingen voor functietoetsen].
Druk op [Functietoets 1], [Functietoets 2] of [Functietoets 3] om op te geven.

Als de functietoets niet actief is, stelt u [Functietoets] in op [Aan].

Druk op [Toegewezen functie].
Druk op de toets rechts van "Toegewezen functie".
Selecteer een functie uit de weergegeven lijst en druk vervolgens twee keer op [OK].

Als u de weergegeven naam wilt wijzigen, drukt u op [Weergavenaam wijzigen].
Deze handeling is vereist op apparaten waarop RICOH Always Current Technology v1.2 of hoger is geïnstalleerd.
Selecteer [Wijzigen] en druk vervolgens op [OK].
Druk op [Weergavenaam].
Geef de naam op die u wilt weergeven op de functietoets en druk op [OK].
Nadat de procedure is voltooid, drukt u op [Home] (
).
De functie wijzigen die wordt toegewezen aan de functietoets (Schermtype Instellingen: Klassiek)
U kunt de functies die zijn toegewezen aan de functietoetsen, wijzigen aan de hand van de volgende procedure:
Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.
Druk op [Schermfunctie-instellingen]
[Apparaatinstellingen van scherm]
[Functietoets-instellingen].
Als de functietoets inactief is, vinkt u het selectievakje van de [Functietoets] aan.

Selecteer de functietoets waaraan u een functie wilt toewijzen en druk vervolgens op [Toegewezen functie].

Selecteer een functie die u wilt toewijzen in de lijst en druk vervolgens op [Weergavenaam wijzigen].
Selecteer [Wijzigen] en druk vervolgens op [OK].
Druk op [Weergavenaam].
Geef de naam op die u wilt weergeven op de functietoets en druk op [OK].
Nadat de procedure is voltooid, drukt u op [Home] (
).