GebruikershandleidingIM C2000/C2500/C3000/C3500/C4500/C5500/C6000 series

Een origineel van aangepast formaat verzenden per fax

Registreer het scanformaat wanneer u een origineel van aangepast formaat wilt scannen en verzenden, of slechts een deel van een origineel.

Opmerking

  • U kunt tot 2 scanformaten programmeren (Formaat 1 progr. en Formaat 2 progr.).

Een aangepast formaat programmeren (Schermtype instellingen: Standaard)

Druk op [Faxeigenschappen][Scaninstellingen] en druk vervolgens op [Scanformaat registreren/wijzigen/verwijderen] om aangepaste formaten te programmeren.

1Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op [Faxeigenschappen] op het scherm Instellingen.

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk op [Scaninstellingen][Scanformaat registreren/wijzigen/verwijderen] om het scherm voor het programmeren van aangepaste formaten weer te geven.

4Druk op [Geregistreerd formaat 1] of [Geregistreerd formaat 2] en druk vervolgens op [Registreren/Wijzigen].

Afbeelding van bedieningspaneel

5Selecteer [Instellen], voer het horizontale formaat in en druk vervolgens op [Gereed].

Afbeelding van bedieningspaneel
  • Als u van eenheid wilt wisselen, selecteert u [mm] of [inch] bij [Eenheid].

6Voer het verticale formaat in en druk vervolgens op [OK].

7Nadat de procedure is voltooid, drukt u op [Home] ().

Opmerking

  • Om het geprogrammeerde aangepaste formaat te wijzigen kunt u het formaat dat u wilt wijzigen selecteren in Stap 4.

  • Om een geregistreerd aangepast formaat te verwijderen, drukt u op [Verwijderen] in stap 4 en selecteert u het aangepaste formaat dat u wilt verwijderen.

Een aangepast formaat programmeren (Schermtype Instellingen: Klassiek)

Druk op [Faxeigenschappen] het tabblad [Scaninstellingen] en druk vervolgens op [Scanform. progr/wijz/verw] om aangepaste formaten te programmeren.

1Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op [Apparaateigenschappen] op het instellingenscherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk in [Faxeigenschappen][Scan instellingen] op het tabblad [Scanform. progr/wijz/verw] om het scherm voor het programmeren van aangepaste formaten weer te geven.

4Controleer of [Programmeren/Wijzigen] geselecteerd is en druk vervolgens op [Formaat 1 progr.] of [Formaat 2 progr.].

Afbeelding van bedieningspaneel

5Druk op [Wissen], voer het horizontale formaat in en druk vervolgens op [#].

Afbeelding van bedieningspaneel
  • Om de eenheid te wijzigen drukt u op [mm] of [inch].

6Voer het verticale formaat in en druk op [Afsluiten].

7Nadat de procedure is voltooid, drukt u op [Home] ().

Opmerking

  • Om het geprogrammeerde aangepaste formaat te wijzigen kunt u het formaat dat u wilt wijzigen selecteren in Stap 4.

  • Om een geregistreerd aangepast formaat te verwijderen, drukt u op [Verwijderen] in stap 4 en selecteert u het aangepaste formaat dat u wilt verwijderen.

Een document verzenden in een geprogrammeerd aangepast formaat

U kunt een geprogrammeerd aangepast formaat selecteren bij [Instellingen][Scanformaat][Geprogrammeerd formaat] op het faxscherm.

1Druk op [Fax] op het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Plaats het origineel in de Automatische documentinvoer (ADF) of op de glasplaat.

Een origineel in de scanner plaatsen om te verzenden via de fax

Om het scanformaat van de middelste pagina te wijzigen tijdens het scannen van een document, plaatst u een origineel op de glasplaat.

3Druk op [Instellingen] op het faxscherm.

4Druk op [Scanformaat][Geprogrammeerd formaat] en selecteer het scanformaat.

Afbeelding van bedieningspaneel

6Na het opgeven van de verzendinstellingen, selecteer de bestemming op het faxscherm en verstuur de fax.

Wanneer u op de glasplaat scant kunt u het scanformaat per pagina wijzigen.

Basisprocedure voor het verzenden van faxen

Basisprocedure voor het verzenden van internetfaxen

Basisprocedure voor het verzenden van IP-faxen