Een origineel van aangepast formaat verzenden per fax
Registreer het scanformaat wanneer u een origineel van aangepast formaat wilt scannen en verzenden, of slechts een deel van een origineel.

U kunt tot 2 scanformaten programmeren (Formaat 1 progr. en Formaat 2 progr.).
Een aangepast formaat programmeren (Schermtype instellingen: Standaard)
Druk op [Faxeigenschappen]
[Scaninstellingen] en druk vervolgens op [Scanformaat registreren/wijzigen/verwijderen] om aangepaste formaten te programmeren.
Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.
Druk op [Faxeigenschappen] op het scherm Instellingen.

Druk op [Scaninstellingen]
[Scanformaat registreren/wijzigen/verwijderen] om het scherm voor het programmeren van aangepaste formaten weer te geven.
Druk op [Geregistreerd formaat 1] of [Geregistreerd formaat 2] en druk vervolgens op [Registreren/Wijzigen].

Selecteer [Instellen], voer het horizontale formaat in en druk vervolgens op [Gereed].

Als u van eenheid wilt wisselen, selecteert u [mm] of [inch] bij [Eenheid].
Voer het verticale formaat in en druk vervolgens op [OK].
Nadat de procedure is voltooid, drukt u op [Home] (
).

Om het geprogrammeerde aangepaste formaat te wijzigen kunt u het formaat dat u wilt wijzigen selecteren in Stap 4.
Om een geregistreerd aangepast formaat te verwijderen, drukt u op [Verwijderen] in stap 4 en selecteert u het aangepaste formaat dat u wilt verwijderen.
Een aangepast formaat programmeren (Schermtype Instellingen: Klassiek)
Druk op [Faxeigenschappen]
het tabblad [Scaninstellingen] en druk vervolgens op [Scanform. progr/wijz/verw] om aangepaste formaten te programmeren.
Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.
Druk op [Apparaateigenschappen] op het instellingenscherm.

Druk in [Faxeigenschappen]
[Scan instellingen]
op het tabblad [Scanform. progr/wijz/verw] om het scherm voor het programmeren van aangepaste formaten weer te geven.
Controleer of [Programmeren/Wijzigen] geselecteerd is en druk vervolgens op [Formaat 1 progr.] of [Formaat 2 progr.].

Druk op [Wissen], voer het horizontale formaat in en druk vervolgens op [#].

Om de eenheid te wijzigen drukt u op [mm] of [inch].
Voer het verticale formaat in en druk op [Afsluiten].
Nadat de procedure is voltooid, drukt u op [Home] (
).

Om het geprogrammeerde aangepaste formaat te wijzigen kunt u het formaat dat u wilt wijzigen selecteren in Stap 4.
Om een geregistreerd aangepast formaat te verwijderen, drukt u op [Verwijderen] in stap 4 en selecteert u het aangepaste formaat dat u wilt verwijderen.
Een document verzenden in een geprogrammeerd aangepast formaat
U kunt een geprogrammeerd aangepast formaat selecteren bij [Instellingen]
[Scanformaat]
[Geprogrammeerd formaat] op het faxscherm.
Druk op [Fax] op het Home-scherm.
Plaats het origineel in de Automatische documentinvoer (ADF) of op de glasplaat.
Een origineel in de scanner plaatsen om te verzenden via de fax
Om het scanformaat van de middelste pagina te wijzigen tijdens het scannen van een document, plaatst u een origineel op de glasplaat.
Druk op [Instellingen] op het faxscherm.
Druk op [Scanformaat]
[Geprogrammeerd formaat] en selecteer het scanformaat.

Configureer de scaninstellingen.
Een fax verzenden met de beeldkwaliteit die geschikt is voor het origineel
Na het opgeven van de verzendinstellingen, selecteer de bestemming op het faxscherm en verstuur de fax.
Wanneer u op de glasplaat scant kunt u het scanformaat per pagina wijzigen.
Basisprocedure voor het verzenden van faxen