GebruikershandleidingIM C2000/C2500/C3000/C3500/C4500/C5500/C6000 series

Origineelformaten opgeven

Als u een origineel plaatst waarvan het formaat niet kan worden bepaald, geeft u het formaat op.

Het origineelformaat kan op de volgende twee manieren worden opgegeven:

  • Door een normaal formaat te selecteren

  • Door een aangepast formaat te selecteren

Een standaard formaat selecteren voor het origineel

Om een origineel van standaardformaat te kopiëren, selecteert u het formaat van de originelen vanuit de standaardformaten.

1Druk op [Kopie] op het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op [Origineel formaat].

Afbeelding van bedieningspaneel

Als de toets niet wordt gevonden, selecteert u deze in [Origineelinstelling].

3Druk op [Normaal formaat].

4Selecteer het formaat van de originelen.

Een aangepast formaat selecteren voor het origineel

Om een origineel van aangepast formaat te kopiëren, geeft u de horizontale en verticale formaten van het origineel op in numerieke waarden.

1Meet de verticale (Y) en horizontale (X) lengtes van het origineel.

Illustratie van meten origineelformaat

2Druk op [Kopie] op het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk op [Origineel formaat].

Afbeelding van bedieningspaneel

Als de toets niet wordt gevonden, selecteert u deze in [Origineelinstelling].

4Druk op [Aangepast formaat].

5Voer de waarden in van X en Y die u in stap 1 hebt gemeten.

Afbeelding van bedieningspaneel