Druk op het tabblad van de functie die u wilt gebruiken.

Geef de bestemming die u wilt registreren weer in het bestemmingsveld.

Druk op [Prg.Best.].
Druk op [Namen] en geef vervolgens de namen en andere te registreren gegevens op.
Voor meer informatie over het opgeven van de informatie die u wilt opslaan, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.
Druk op [OK].
![]()
Afhankelijk van de beveiligingsinstelling wordt [Prg.Best.] wellicht niet weergegeven. In dergelijke gevallen kunt u de registratie niet voltooien.
U kunt ook een bestemming registreren die u selecteert in de LDAP-server. Als u in het adresboek van het apparaat een bestemming wilt opslaan die op de LDAP-server is gezocht en geselecteerd, geeft u de bestemming weer en drukt u op [Prg.Dest.].