
Display
Dit is een touchscreen dat pictogrammen, toetsen, snelkoppelingen en widgets weergeeft waarmee u door de schermen van de verschillende functies en toepassingen kunt navigeren. U vindt hier informatie over zowel de operationele toestand van het apparaat als andere berichten. Zie Het [Home]-scherm gebruiken en Het gebruik van elke toepassing.
Aan/uit-indicatielampje
Het Aan/uit-indicatielampje gaat branden wanneer u de aan/uit-schakelaar inschakelt. Wanneer het apparaat in de slaapstand staat, knippert het Aan/uit-indicatielampje langzaam. In de Uitmodus fuseereenheid brandt het Aan/uit-indicatielampje.
Statusindicatielampje
Hier kunt u de status van het systeem bekijken. Het lampje blijft branden wanneer er een fout optreedt of de toner op raakt.
Indicatielampje Inkomende gegevens (fax- en printermodus)
Knippert wanneer het apparaat printopdrachten of LAN-faxdocumenten van een computer ontvangt. Zie Faxen en afdrukken.
Indicatielampje fax
Geeft de toestand van de faxfuncties aan. Knippert tijdens gegevensverzending en -ontvangst. Blijft branden bij het ontvangen van een fax via vertrouwelijke of vervangende ontvangst.
Mediasleuven
Gebruik deze om een USB-geheugenopslagapparaat- of een SD-kaart aan te sluiten. Voor meer informatie, zie Een geheugenopslagapparaat aansluiten/verwijderen.
Lampje voor mediatoegang
Gaat branden wanneer er een SD-kaart in de mediasleuf wordt geplaatst.
![]()
Om de bruikbaarheid te verbeteren, kunt u de hoek van het bedieningspaneel veranderen. Voor meer informatie, zie De hoek van het bedieningspaneel bijstellen.