Papier met een horizontale lengte van 148,0-457,2 mm (5,83-18,00 inch) en een verticale lengte van 90,0–215,9 mm (3,55-8,50 inch) kan worden ingevoerd vanuit de handinvoer.
Plaats het papier met de onderkant naar boven in de handinvoer.
De handinvoer (
) wordt automatisch geselecteerd.
Druk op [
].
Druk op [Papierformaat].
Druk op [Aangepast formaat].
Voer de horizontale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [
].

Voer de verticale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [
].
Druk twee keer op [OK].
Plaats de originelen en druk daarna op [Starten].
![]()
U kunt een aangepast papierformaat registreren. Voor meer informatie, zie Procedure voor het registreren van een aangepast formaat (klassiek). U kunt ook het formaat van het geregistreerde aangepaste papierformaat oproepen. Voor meer informatie, zie Procedure voor het terugroepen van het geregistreerde aangepaste formaat (klassiek).