Het probleem kan mogelijk worden opgelost door de papieroverdrachtsdruk te verhogen of de uitvoer van de papieroverdracht aan te passen.
Als er witte vlekken verschijnen op inkepingen, ongeacht de beeldbelichting
Ga naar de [Geavanceerde instellingen] voor het aangepaste papier en selecteer 1229: [Papieroverdrachtsdruk]. Is deze ingesteld op [Druk 4]?
Ja | Ga naar stap 4. |
Nee | Ga verder met de volgende stap. |
Verhoog de waarde bij 1229: [Papieroverdrachtsdruk] met 1 niveau.
Druk de afbeelding af. Is het probleem opgelost?
Ja | Klaar! |
Nee | Herhaal stap 1 t/m 3. |
Pas in [Geavanceerde instellingen] voor het aangepaste papier de instellingen voor papieroverdracht-uitvoer aan.
Verander de waarde van de afdrukzijde waar dit probleem optreedt.
<Afdrukken in kleur>
Selecteer 1214: [Uitgangsvoltage papieroverdracht], en verander de cursor in [Zijde 1] of [Zijde 2] in [Full color] bij [
] in stappen van 2.
<Afdrukken in zwart-wit>
Selecteer 1214: [Uitgangsvoltage papieroverdracht], en verander de cursor in [Zijde 1] of [Zijde 2] in [Zwart-wit] bij [
] in stappen van 2.
Druk de afbeelding af. Is het probleem opgelost?
Ja | Klaar! |
Nee | Herhaal stap 4 t/m 5. |
Als er op verschillende manieren witte vlekken verschijnen op inkepingen, afhankelijk van de beeldbelichting
Verschijnen de witte stippen vaker op effen kleurvlakken dan op halftoondelen?
Ja | Ga verder met de volgende stap. |
Nee | Ga naar stap 4. |
Pas in [Geavanceerde instellingen] voor het aangepaste papier de instellingen voor papieroverdracht-uitvoer aan.
Verander de waarde van de afdrukzijde waar dit probleem optreedt.
<Afdrukken in kleur>
Selecteer 1214: [Uitgangsvoltage papieroverdracht], en verander de cursor in [Zijde 1] of [Zijde 2] in [Full color] bij [
] in stappen van 2.
<Afdrukken in zwart-wit>
Selecteer 1214: [Uitgangsvoltage papieroverdracht], en verander de cursor in [Zijde 1] of [Zijde 2] in [Zwart-wit] bij [
] in stappen van 2.
Druk de afbeelding af. Is het probleem opgelost?
Ja | Klaar! |
Nee | Herhaal stap 2 t/m 3. |
Pas in [Geavanceerde instellingen] voor het aangepaste papier de instellingen voor papieroverdracht-uitvoer aan.
Verander de waarde van de afdrukzijde waar dit probleem optreedt.
<Afdrukken in kleur>
Selecteer 1214: [Uitgangsvoltage papieroverdracht] en verander vervolgens de cursor bij [Zijde 1] of [Zijde 2] onder [Full color] in [
] in stappen van 2.
<Afdrukken in zwart-wit>
Selecteer 1214: [Uitgangsvoltage papieroverdracht] en verander vervolgens de cursor bij [Zijde 1] of [Zijde 2] onder [Zwart-wit] in [
] in stappen van 2.
Druk de afbeelding af. Is het probleem opgelost?
Ja | Klaar! |
Nee | Herhaal stap 4 t/m 5. |
![]()
U kunt mogelijk de witte stippen op halftoondelen en effen kleurvlakken niet tegelijkertijd oplossen.
In het geval van structuurpapier met relatief ondiepe inkepingen kan het probleem mogelijk worden opgelost door de waarde van de [Papieroverdrachtsdruk] te verlagen.
Houd er rekening mee dat wanneer u [Papieroverdrachtsdruk] instelt op [Druk 5], de waarde lager wordt dan [Druk 1].
Als er vlekken of witte stippen ontstaan in gebieden met een lage belichting, kunt u het probleem mogelijk verhelpen door deze waarde te verlagen. In gebieden met een hoge belichting kunt u het probleem mogelijk verhelpen door deze waarde te verhogen.
Of u de waarde moet verhogen of juist verlagen is afhankelijk van het papiertype en de afgedrukte afbeelding. Probeer beide, afhankelijk van het afgedrukte resultaat.
