Voer de volgende procedures uit. Volg de procedures totdat een procedure het probleem heeft opgelost.
Procedure 1: De verwerkingssnelheid wijzigen
Stel in [Geavanceerde instellingen] voor het aangepast papier, [Instel. verwerkingssnelheid] in op 1331: [Motorsnelheid] in op [Lage snelheid].
Druk de afbeelding af. Is het probleem opgelost?
Ja | Klaar! |
Nee | Indien het probleem niet is opgelost, stelt u in [Instel. verwerkingssnelheid] in 1331: [Motorsnelheid] in op [Standaardsnelheid], en gaat u verder naar "Procedure 3: intervals tussen pagina's aanpassen". |
Procedure 2: De interval tussen vellen aanpassen
Selecteer in [Geavanceerde instellingen] voor het aangepast papier 1331: [Motorsnelheid], en pas de waarde aan in [Instelling pap.invoerinterval].
Pas de duur van de interval tussen vellen aan, zodat de gestreepte gebieden worden verschoven naar gebieden zonder afdrukbeeld of naar de interval tussen de vellen. Bijv. bij het in zwart-wit afdrukken op A3-papier stelt u deze waarde in op 54% om de streep te verplaatsen naar de interval tussen de vellen.
