Koptekst overslaan
 

Een nieuwe kalibratieset maken

1Maak een nieuwe kalibratieset, maak er een naam voor en klik op [Next].

2Voer een kalibratienaam in en een optionele opmerking, en klik op [Next].

3Selecteer een apparaat, en klik op [Print].

Indien de geautomatiseerde inline sensor wordt gebruikt.

Selecteer de [Automated inline sensor](Geautomatiseerde Inlinesensor), en controleer vervolgens of [Calibration](Kalibratie) is geselecteerd in de lijst "Knipselset".

Indien de optionele ES-2000 wordt gebruikt

Selecteer [EFI ES-2000].

4Configureer de instellingen voor het papier, en klik op [OK].

5Meet met behulp van de ES-2000, en pas vervolgens de gemeten waarden toe.

Opmerking

  • De kleurenreproduceerbaarheid kan worden verbeterd na uitvoeren van 0506: [Ontwikkelaar vervangen uitvoeren] in de [Apparaat: Onderhoud]-groep in het [Aanpassingsinstellingen voor operators]-menu.

  • Nadat deze procedure drie maal is herhaald mag het verschil tussen de [D-Max]-waarde van elke kleur in de metingenkolom en die in de doelkolom niet gelijk aan +0,3 of lager en -0,3 of hoger zijn voor cyaan, magenta en zwart, of +0,1 of lager en -0,1 of hoger voor geel. Wanneer dit het geval is, druk dan continu massieve afbeeldingen af op beide zijden van 100 vellen A4 of LTR papier. Gewenste resultaten kunnen worden verkregen.

  • Wanneer het verschil tussen de [D-Max]-waarde van elke kleur in de metingenkolom en die in de doelkolom niet gelijk zou zijn aan +0,3 of lager en -0,3 of hoger voor cyaan, magenta en zwart, of +0,1 of lager en -0,1 of hoger voor geel, kan de kleurenreproduceerbaarheid worden verbeterd na het continu afdrukken van massieve afbeeldingen op beide zijden van 100 vellen A4 of LTR papier.